Verpleegkundigen weten niet hoe ze moeten handelen in geval van brand, kopt Nursing. Dit bleek uit een steekproef van de Nederlandse Brandwonden Stichting onder 420 medewerkers van ziekenhuizen en 420 medewerkers van verpleeghuizen.
Tijd voor wat tips, meent Nursing. Ik lees ze, en moet er soms om gniffelen. Ondanks de ernst van het onderwerp. En ik lach niet omdat ik de tips lachwekkend vind, maar omdat ze confronteren met de brandlaksheid van verpleegkundigen.
Gangen, trappen en uitgangen moeten altijd vrijgehouden worden van obstakels, lees ik. Zonder opscheppen ben ik toevallig chef vluchtwegen op mijn afdeling. Dagelijks verwijder ik stoelen bij de nooduitgang en gebruikte anti-decubitusmatrassen voor de brandslang. Morgen staan ze er weer.
Ook dingen met wielen, als waskarren en tilliften staan geregeld links en rechts opgesteld op de gang. Kom ik met een patiënt, maar zonder spoed, over de gang, dan moet ik slalommen. Tja, hoe doen we dat, als het zicht nul is en de zuurstof op raakt? Misschien moeten we in ieder geval eens per jaar geblinddoekt racen met bedden om onze overlevingskansen te vergroten.
Verpleegkundigen denken overduidelijk meer aan gebruiksvriendelijkheid en vermoeide voeten en ruggen, dan aan de mogelijkheid van brand. Onze patiëntenpieper gaat nou eenmaal vaker dan die van de BHV. Want daarvan hebben we ook een apparaat op zak. Als hij piept moeten we semafoon en rugzak bij ons steken en rennen naar het brandmeldpaneel of de brand. Onderling mopperen we over het niet bij ons willen dragen van de pieper. In de verte voelen we wel de hete adem van levensreddend evacueren.
En hoe zat het ook alweer allemaal? Op welk kanaal moet de semafoon? Moet je een deur snel of voorzichtig openen, als de deurkruk heet is? Weet jij hoeveel levens het kost, als er bij brand een rolstoel tussen de compartimenteringsdeuren staat?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account