Ik moest mijn werkvloer fotograferen. Dat was huiswerk voor mijn opleiding tot Lean’e verpleegkundige. Gewapend met mijn toestel betrad ik de ruimten. Door de lens zag ik ineens een heel andere wereld.
Mijn best-wel-nette medicijnkamer bleek een vol hok. Vol met twee medicijnkarren, een paar laptops, een stel kasten met de deuren altijd open, een infuuskar, een werkblad vol mappen en te checken medicijnen, oefenmateriaal voor prikken en catheteriseren en muren vol met mededelingen.
Dit kon beter, netter, rustiger, dacht ik. Maar mijn Lean-juf zei toen ‘Nee’. Zeker moest ik Scheiden, Schikken, Schoonmaken, Standaardiseren, maar ik moest ook een Systeem bedenken om de gewonnen ruimte te behouden. Ik kon wel naar lievelust dingen weg gaan smijten, maar om dit georden tot een blijvend iets te maken, moest ik mijn collega’s bij mijn voornemen betrekken.
Toen ik vroeg of ik het prikbord mocht legen, zeiden twee collega’s: ‘Welk prikbord?’ Het enorme bord van 2 bij 2 meter was hen in alle jaren nooit echt opgevallen. Onder punaises prijkten teksten over het gebruik van de nieuwe insuline ‘mixtard’ en hoe men een hypo- of hyperglykemie kon herkennen. Er bleef niks over dan een leeg bord en een bekertje punaises. Ik Scheidde nuttig van achterhaald, Smeet weg en Schikte de blijvers in een map. Ik deed een stap achteruit: wat een rust aan mijn hoofd.
Mijn collega’s fronsten even, toen ik te ver doorsloeg en heilig materiaal weg dreigde te gooien. Zo zijn er kennelijk gebruiken, stapeltjes en papieren waar je niet aan mag komen. Ik heb me daar bij neergelegd.
Vandaag heb ik alle ordners rechtop gezet. Ik heb kastdeuren gesloten, prullenbakken geleegd. Ik heb opiaten gesorteerd en logische volgordes aangebracht in stapels papier. Ik vond geboortekaartjes van volwassen kinderen van collega’s. Onder een laag stof stond een verbleekte groep al jaren gediplomeerde oud-leerlingen.
Ik vond posters over het veilig vernevelen van tobramycine, dozen vol stomazakjes, verbandmaterialen met zilver. En ik werk dus op de reumatologie. Natuurlijk wordt er weleens verneveld en verbind ik soms een wond of stoma. Maar dat is allemaal te zelden om een voorraad voor aan te leggen.
En het is überhaupt behoorlijk zinnig om eens je voorraad door mijn lens te bekijken. Zo vond ik een doos vol glucose-infuuszakken. We gebruiken er hooguit 2 per jaar. Twee zakken, niet 20, zoals dus in deze doos. De andere 18 liggen hun houdbaarheid uit op een plank. Zo is dat ook met de stapel metronidazol en de rijen mentholpoeder, de 7 flessen maalox en grote bult zeldzame antibiotikels die we hebben bewaard voor de zekerheid. Een halve kast vol onnodig en overdrijving.
Nu ik de stomazakjes bij de desbetreffende stomapoli heb gebracht en de verbandmaterialen bij de wondconsulent, zullen we morgen wel een opname krijgen met stoma, zonder zakjes of met half-open buik. Wellicht moet er een collega zuchtend naar de wond- of stomapoli. Maar daarna komt ze terug op een afdeling met licht, ruimte en rust. En daar krijg ik in ieder geval een bijzonder opgeruimd humeur van!
Lees: ‘Verpleegkundigen gelukkiger door nieuw verbeterprogramma’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account