In een ziekenhuis zijn regels. Voor overzicht. Voor veiligheid. Regels moeten.
Zo zijn er bezoektijden en hanteren we een maximum aantal bezoekers per patiënt. Niet om moeilijk te doen, maar voor de rust van die patiënt en van zijn zaalgenoten. Ik spreek mensen er ook op aan: ‘Meneer het is nog geen bezoekuur’ of ‘mevrouw u bent met teveel mensen’.
Ook zijn er regels om zaken betaalbaar te maken. Zo mag ik naasten niet zomaar drinken aanbieden. Er moeten echt wel heftige emoties aan te pas komen, wil ik een kopje koffie voor een niet-patiënt kunnen verantwoorden.
En zo scherpen we meer regels aan. Als een patiënt met ontslag mag, morgen, dan dient hij om 10 uur te vertrekken. Hij of zij die geen familie of vrienden beschikbaar heeft op dat uur, dient een taxi te nemen of iets dergelijks. Regels zijn regels, het bed is alweer nodig. Voor elk uur dat deze patiënt langer blijft, verspillen we geld en het levert ons niks op.
Het is geen verpleegkundige gedachte, maar de wereld verandert en de plegen moeten hierin mee. Ik ben daar echter niet zo goed in. Ik schenk koffie, als ik denk dat het plezier mijn patiënt ten goede komt. Ik laat ontslagenen wachten tot de eigen echtgenote haar auto voor rijdt, ‘s avonds. Ik ben een beetje een eigenwijze. Maar ik meen dan maar dat het mij, behalve tot slechtere medewerker, vooral tot een betere, bezielde verpleegkundige maakt.
Dan ligt mijn oom in het ziekenhuis. In mijn ziekenhuis. Morgen moet hij worden geopereerd. Om twaalf uur. De verpleegkundige zegt tegen mijn tante, dat ze dan maar om half zeven ‘s avonds langs moet komen. Eerder heeft volgens deze pleeg geen zin. Nee, eerder is het geen bezoekuur. Eerder is het druk op de afdeling. Bezoek is dan onhandig. Maar mijn tante zit te duimendraaien op haar keukenstoel. Eerst tot de chirurg belt dat alles goed is met haar man. Daarna tot half zeven ’s avonds. Ik vind dat mijn tante gewoon naar mijn oom moet kunnen, zodra hij weer stabiel op de afdeling arriveert. Ik vind dat mijn tante alleen moet gaan en zich rustig moet houden. Maar ik vind dat ze haar man post-operatief zo snel mogelijk in zijn ogen moet kunnen kijken. Voor haar gemoedsrust en zijn wondgenezing. Ziet hij haar, dan is zijn bloeddruk beter, zeker weten.
Ik zeg tegen mijn tante dat ze gewoon moet gaan, als de chirurg heeft gebeld. Dat het dan nog wel even kan duren. Maar dat ze zich vooral niks aan moet trekken van bezoekuren. En ik vind dat ik gelijk heb. Maar of mijn collega’s blij met me zijn…?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account