De ouderenzorg is flink in beweging. De AWBZ wordt stapsgewijs afgebouwd en de financiering voor verzorgingshuiszorg verdwijnt.Het kabinet hoopt met deze hervorming een omvangrijke bezuiniging te realiseren.
De aanleunwoning, het verzorgingshuis: in het verleden zekerheden dat ouderen die afhankelijk werden, zorg konden krijgen op maat, waardoor hun gevoel van veiligheid was geborgd. Nu wordt het steeds moeilijker om een indicatie te krijgen voor een verpleeghuis, maar worden ook zij die nog ‘aanleunden’ terug geworpen op zelfstandig wonen. Instellingen die de financiering voor hun verzorgingshuis zwaar onder druk zien staan, gaan zelfs over tot het gedwongen laten verhuizen van bewoners. Iets waar velen zich tegen verzetten.
De overgang van de verzorging naar de gemeentes staat voor 2015 op de agenda.
Maar, dat dreigt niet door te gaan, omdat de gemeentes vinden dat er ‘boter bij de vis’ moet komen. En als het aan de staatssecretaris ligt, komt dat geld er niet.
De onzekerheden die hiermee gepaard gaan, voelen wij ook. Hoe moet je als thuiszorgorganisatie inspelen op die veranderingen? Wat gebeurt er met de mensen die voorheen intramuraal zorg kregen en dat nu extramuraal moeten organiseren? En welke schrijnende gevolgen heeft dat dan?
Als VTT-team komen wij met enige regelmaat bij cliënten die in een aanleunwoning verblijven. Zij hebben nog een belsysteem in huis. Een druk op de knop verzekerde hen voorheen van een verzorgende die langs kwam. Nu zit de bel er nog wel, maar erop drukken heeft geen zin: er komt niemand meer. Ja, je kunt bellen naar het thuiszorgteam waarvan er iemand ‘s-ochtends komt voor de steunkousen en het aankleden, en in de avond voor het omgekeerde ritueel. Een ongelukje op het toilet tussendoor, ook daar kon je voor bellen. Maar nu: een beroep doen op de mantelzorg? Of enkele uren in natte kleding blijven zitten tot de avondzorg komt?
Mantelzorg is het toverwoord tegenwoordig. En ja, de participatiesamenleving is een begrip dat een oplossing kan brengen. Maar wat als er geen mantelzorg is (en dan kijk ik even niet naar de reden van het ontbreken). Dan kom je in situatie zoals ik die recent meemaakte: een cliënt van 95 in een aanleunwoning. Palliatieve sedatie. Geen mantelzorg, geen familie. Sleutelkluisje bij de voordeur. Geen mogelijkheid om een vrijwilliger terminale thuiszorg of andere zorg te regelen. De cliënt is gelukkig snel overleden, maar elke keer als ik – of een collega – de cijfers van het sleutelslot intoetsten, dachten wij: ‘leeft ze nog?’
Intriest als je na een lang en zorgzaam leven (zij was verpleegkundige geweest) zo alleen moet overlijden. Zou ons dat ook te wachten staan?!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account