Soms raak ik een beetje gefrustreerd van de bureaucratie in de (wond)zorg. Zorgverzekeraars proberen grip te krijgen op de materie, maar spreken een andere taal dan de behandelaars. En dat werkt negatief door in de praktijk.
Al een tijdje zijn zorgverzekeraars bezig om meer grip te krijgen op de kosten die gepaard gaan met wondzorg. Ik snap best dat dit nodig is, want als je niet weet hoe het ervoor staat kun je er ook niet op sturen. Maar soms raak ik verward van het verschil in benadering van de wondzorg tussen de zorgverzekeraars en de behandelaars in de praktijk.
Het begint al bij het taalgebruik, of de definities, zo je wilt. Er is een groot verschil in interpretatie van bepaalde termen in de wondzorg tussen behandelaars en zorgverzekeraars en dit kan verstrekkende gevolgen hebben voor het vergoedingensysteem. Deze tekst uit het rapport van het College van Zorgverzekeringen (CvZ) bijvoorbeeld: ‘Wat is een verbandmiddel? Producten voor wondverzorging en preventie met als functie reiniging, vochtabsorptie, afdekking en fixatie.’ (Uit Standpunt verbandmiddelen 29 Juni 2009.) Compressie ontbreekt in deze tekst.
De behandelaars interpreteren ‘verbandmiddel’ veel breder: het moet in staat zijn om te debrideren, de bacteriële balans te herstellen, het vocht te managen , en de biochemische balans en de cellulaire dysfunctie herstellen.
Compressie is dé hoofdpijler in de behandeling van patiënten met een ulcus cruris venosum, zegt de Richtlijn Ulcus cruris venosum 2005 van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie NVDV/Kwaliteitsinstituut CBO. Als dit niet vergoed wordt, hoe kun je dan een optimale behandeling inzetten zonder financiële consequenties voor de patiënt? Gemiddeld zal een compressief verband dat een week kan blijven zitten ongeveer 25 euro kosten. Gemiddeld duurt de wondbehandeling van een ulcus cruris vier maanden, dat is zestien weken keer 25 euro. Voor veel mensen is dat veel geld, nog naast de eigen bijdrage die zij moeten betalen.
Nog een voorbeeld. Wanneer komt langdurige wondzorg in aanmerking voor vergoeding? In 1997 schreef de Commissie voor beroepszaken Ziekenfondsraad dat bij een periode van twee maanden gesproken kan worden van langdurig (‘chronisch’) gebruik. Diezelfde commissie schreef echter in 1999 dat dit criterium niet algemeen toepasbaar is. Van geval tot geval moet dus bekeken worden of voldaan is aan het indicatiecriterium ‘chronisch gebruik’.
Het probleem zit ‘m in de definitie van ‘chronisch gebruik’. Binnen de fysiologische wondheling is vastgesteld dat een acute wond binnen twee à drie weken hersteld is. Wonden die langer dan deze periode blijven bestaan, worden door behandelaars gezien als chronische, complexe wondzorg. Met andere woorden, deze wonden zouden al vanaf drie weken in aanmerking moeten komen voor vergoeding van chronische wondzorg, en niet pas na twee maanden.
Dit zijn zomaar twee voorbeelden. Niet alle zorgverzekeraars hanteren het even strak gelukkig, maar sommige zijn zeer strikt, met behoorlijke financiële consequenties voor de patiënt. Houd hier rekening mee als je patiënten behandelt. Bekijk eerst bij welke zorgverzekeraar de patiënt verzekerd is en houd goed de omschrijvingen bij de hand die men hanteert.
Heb jij nog tips?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account