Wat als je cliënt in de wijk zijn destructieve gedrag niet verandert, terwijl nieuwe cliënten zorg nodig hebben die je niet kunt bieden wegens te volle routes? Wijkverpleegkundige Annemiek van Nesselrooij nam met haar team een heftige beslissing.
‘Hallo zustertje, ben je er weer? Ga zitten, ook een glaasje port?’
Mevrouw Appel, keramist/levensgenieter, is al een jaar of zeven met tussenpozen in zorg. Ze woont in een loft en verblijft elke zomer een paar maanden in haar Spaanse strandhuisje. We worden altijd heel hartelijk ontvangen en zijn ‘ingelijfd bij haar vriendenclub’. Er zijn vaak vrienden aanwezig rond de tafel met veel wijn en lekkere hapjes.
We komen de laatste weken elke dag,voor wondzorg, ACT en om haar diabetes te monitoren. Maar onze zorg past niet in de levensstijl van mevrouw Appel. De zwachtels gaan af als zij er last van heeft. De benen blijven oedemateus en de wonden verergeren. De onregelmatige en vooral Bourgondische levensstijl blijft de diabetes ontregelen. Dagcurves prikken en insuline aanpassen helpt niets.
De zorgmomenten worden iets minder gezellig. Mevrouw verwijt de huisarts en ons dat het geen barst helpt wat wij allemaal doen. Zij heeft er alleen maar last van, we bemoeien ons overal mee. We proberen haar duidelijk te maken dat zij ook een rol in het geheel heeft. Ze is er niet gevoelig voor. Mevrouw Appel vindt dat ze het recht heeft om te leven zoals zij wil en dat het onze taak is haar gezond te krijgen en te houden.
Ons team ziet steeds minder het nut van onze interventies. Met de huisarts proberen we steeds weer nieuwe invalshoeken te bedenken om mevrouw te motiveren. Tijdens een teamoverleg besluiten we dat het zo niet verder kan. Aanleiding is het vaste agendapunt ‘cliëntenstop’: is er tijd en ruimte voor nieuwe cliënten? Nemen we aan of verwijzen we door naar collega-organisaties (die ook krap zitten)? Klopt het wel dat we zorg verlenen waar we geen of nauwelijks resultaat van zien, geen of nauwelijks medewerking van de cliënt zelf krijgen en voortdurend strijd moeten voeren?
De cliëntenstop voelt niet goed en belangrijker, het is ook niet goed. Maar de laatste jaren is het product ‘zorg’ schaarser geworden. We staan steeds voor keuzes: Wie krijgt zorg? Die het eerst komt? Het meest betaald? De oudste rechten heeft? Het hardst roept?
Na lang overleggen met alle andere partijen is onze zorg beëindigd. Mevrouw zal zelf naar het spreekuur van de POH moeten gaan voor haar diabetes. De oedeemtherapeut komt twee keer per week voor ACT en wondzorg. De huisarts komt indien mevrouw daar om vraagt. Mevrouw accepteert gelaten het besluit.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account