Wijkverpleegkundige Esmée Verschoor herkent zich niet in de negatieve berichtgeving over het werken in de coronatijd. ‘De meeste collega’s op reguliere afdelingen hadden het rustiger dan voor corona. We moeten dat beeld echt nuanceren.’
Ik lees deze kop in het Algemeen Dagblad: ‘Zorgpersoneel uitgeput door coronacrisis: Ze behandelen je echt als dienstmeid.’ Say what? Lees ik dat goed? Ja, het staat er echt. Ik lees de tekst door en voel met de minuut meer verzet komen.
Uitspraken als ‘De applausactie is bij een deel van het personeel in het verkeerde keelgat geschoten’ en ‘Ruim een kwart van het zorgpersoneel wil nu minder gaan werken of zelfs stoppen’ én ‘De overgrote meerderheid van het zorgpersoneel is teleurgesteld in de waardering die ze krijgen voor hun werk’. Ze blijven door mijn hoofd spoken. Het voelt niet goed.
De uitspraken komen uit een FNV-onderzoek dat door 6600 zorgmedewerkers is ingevuld. In de zorg werken ongeveer 400.000 mensen, wat zegt dat onderzoek dan over ons allemaal? De citaten in het artikel zijn steeds door maar één zorgmedewerker gedaan. En dan kiest de krant voor de mening van één collega in de kop: ‘Ze behandelen je echt als een dienstmeid’? Waarom?
Al die negativiteit klopt niet met mijn eigen ervaring. Natuurlijk hadden de zorgmedewerkers die op welke manier dan ook met corona-patiënten te maken hadden het enorm druk. Ook de samenvoeging van afdelingen was een ding. En ja, emotioneel was het zwaar. Maar de realiteit die daar pal tegenover staat is dat het in het reguliere zorgtraject rustig was.
De OK’s lagen stil, waardoor de toestroom naar revalidatie stokte en aanmeldingen in de thuiszorg plat kwamen te liggen. Zelf ken ik beide kanten. Zo druk ik het heb gehad op de covid-19 route in de wijkverpleging, zo rustig was het in ons reguliere thuiszorgteam. Het zorgde voor een groot contrast. Daar hoor je niemand over.
De waardering die ik als verpleegkundige heb gekregen was enorm. Het applaus dat Nederland gaf, voelde als een warme deken. Dat er nu wordt gesuggereerd dat één op de zeven zorgmedewerkers zich aan het applaus ergerde: ik kan er met mijn verstand niet bij.
De link die gelegd wordt tussen het klappen van Nederland en het uitblijven van salarisverhoging is ook iets waar ik me aan erger. Dat zijn twee zaken die op zichzelf staan. We krijgen een bonus en dat is al een blijk van waardering. Natuurlijk zou het fijn zijn om wat meer te krijgen, maar is het ook haalbaar?
Al jaren pleit ik ervoor dat de zorg in de media wordt getoond zoals deze echt is. Maar het beeld blijft negatief. Het gebrul neemt de overhand en krijgt de aandacht. Jammer. Want dit zou het moment moeten zijn om Nederland onze kracht als zorgmedewerkers te laten zien.
Veel liever zie ik grote koppen in de media als ‘Zorgpersoneel ziet de waarde van mantelzorgers’, ‘Zorgpersoneel voelt zich speciaal na massaal applaus’ en ‘Zorgpersoneel blijft knokken’. Waarom laten we onze krachten niet zien? Waarom laten we onze positieve mindset niet zien? Waarom verliezen we ons in negatieve teksten?
Laten we vooral de positieve vibes uitstralen waarmee we onze professie laten zien aan Nederland. Zodat studenten zien dat we sterke, mooie mensen zijn die ons doel van de beste zorg voor iedereen najagen. Met dat beeld kiezen jongeren eerder voor een zorgopleiding. Het is het beeld dat we willen laten zien aan Nederland. Toch?
Esmée Verschoor (25) is wijkverpleegkundige en casemanager dementie bij Aafje in Rotterdam. Ze is als ‘Zuster Esmee’ actief op Instagram en op haar eigen site.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account