Esther Hoogendoorn heeft nachtdienst op de speciaal ingerichte COVID-19 afdeling in haar ziekenhuis. Een gesprek dat ze met een stervende patiënt heeft, maakt indruk op haar.
Toen ik me had voorgesteld vroeg ik hoe het met je ging. Ondanks dat je erg ziek was, was jouw welzijn niet wat we bespraken. Eigenlijk zei dat al genoeg.
Je vertelde me gelijk over je mooie leven, over je lieve kinderen en je dierbare vrouw. Zij is een halfjaar geleden overleden. Uit alles wat je zei bleek dat het leven voor jou voltooid is, dat het goed is zo. Ik vroeg of je bang was om te overlijden. ‘Nee’ zei je stellig. ‘Kijkt u er naar uit om er niet meer te zijn?’ was mijn volgende vraag. Je knikte, en even dacht ik zelfs wat hoop in je ogen te zien.
‘Weet je,’ zei je opeens. ‘Er is geen trap naar de hemel. Maar ik geloof dat, als het je gegund is, engelen je erheen zullen dragen.’ Ik wist niet zo goed wat ik erop moest zeggen. Maakt ook niet uit, ik vond het mooi.
Vannacht is mijn tweede nachtdienst en ik zorg weer voor je. Het gaat niet goed, je bent erg achteruit gegaan. Zo’n 40 keer per minuut snak je naar adem en elke keer kost het je een beetje meer moeite. Terwijl ik bezig ben op je kamer doe je je ogen open. Je bent er nog.
Je ziet er vermoeid uit. Uitgeput. Op je nachtkastje staat een foto van je vrouw, verder is er niemand bij je. Je bent alleen. Ondanks dat ik weet dat je niet bang was en ernaar uitkeek breekt het mijn hart een beetje. ‘Wilt u dat ik bij u blijf?’ vraag ik.
Dus hier zit ik dan. Gisteren was je nog een vreemde. Ik had je nog nooit gezien, had nog geen idee van je bestaan. Nu zit ik naast je bed en heb je hand vast. Van die anderhalve meter trekken wij ons niets aan.
Ik luister naar je ademhaling en ik hoor dat het je moeite kost. Op de achtergrond tikt de klok telkens een seconde weg, de oneindigheid in. Jouw ademhaling en de tijd, verder is het stil. We weten niet hoe lang het nog duurt dus we wachten. We wachten tot de tijd je inhaalt.
Als straks het leed is geleden, als de strijd is gestreden, dan weet ik dat je rust hebt. Als er na je laatste uitademing geen inademing meer komt verschijnt er wellicht tóch die trap naar de hemel. En zo niet? Dan zullen engelen je dragen.
Esther Hoogendoorn is oncologieverpleegkundige in het Amphia ziekenhuis in Breda. Normaal werkt ze op de oncologische maag-, darm-, leverchirurgie maar nu vooral op de COVID-19 afdeling.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account