Rik werkt als justitieel verpleegkundige binnen de PI Haaglanden. Voordat hij het weet slaat de sfeer in de cel van een gedetineerde man om. Welkom in de gevangenis.
Het is maandagochtend en na een vrij weekend heb ik weer zin om te gaan werken. Aangekomen bij de hoofdingang loods ik mijn tas door de Xray en loop door het detectiepoortje. Nadat ik me heb omgekleed, lees ik wat zich afgelopen weekend afspeelde bij de patiënten. In het dossier van meneer Stanley Kruiswijk* staat dat hij afgelopen weekend onrustig is geweest. Meneer is vorige week bij ons opgenomen voor een GHB-detox. Het woord zegt het al, wij zijn hier begonnen met het ontgiften van het lichaam. Wat er precies gebeurd is en waarom hij bij ons in gevangenschap moet detoxen weet ik niet, en eerlijk gezegd maakt me dat ook niet uit. Hij was flink geagiteerd, lees ik verder, onrustig en hij heeft slecht geslapen. Hij is uitgevallen tegen een PIW’er (penitentiair inrichtingswerker, een bewaker) omdat hij niet meteen kon bellen.
Sommige patiënten die na GHB-gebruik bij ons komen, kunnen om het minste of geringste ontploffen. Vaak is de agressie tegen PIW’ers gericht, maar vandaag niet. Tijdens de ochtendronde delen we het ontbijt uit, geven we medicatie en doen we controles bij patiënten. Mijn collega en ik hebben het werk verdeeld en ik ga de controles doen. Bij een GHB-detox nemen wij bij elke medicatie giftcontroles af, zo ook deze ochtend.
‘Goedemorgen, meneer Kruiswijk,’ begin ik redelijk opgewekt nadat Marco, PIW’er, de celdeur heeft geopend. ‘Beetje geslapen?’
‘Wat denk je zelf? Hoe zie ik eruit? Ik ben een wrak, man, wat een achterlijke kutvraag…’.
Zo dan, daar heb ik niet meteen een antwoord op. Ik besluit het even zo te laten en kijk collega Marco aan. Hij begrijpt wat ik zonder te praten wil zeggen en loopt met me mee naar binnen. Hij blijft naast me staan, wat me een veilig gevoel geeft. Ik vraag of meneer wil komen zitten zodat ik de controles goed kan doen. Na wat zuchten en steunen komt hij zitten en strekt zijn arm uit, zodat ik de band voor het meten van de bloeddruk om kan doen.
‘Ik wil de dokter spreken,’ zegt hij tijdens het aansluiten van de apparatuur.
‘We hebben vandaag artsenvisite. De dokter komt in de loop van de ochtend bij je.’
Als een donderslag bij heldere hemel slaat de sfeer in de cel om. Meneer staat op van zijn bed, trekt de band van zijn arm en begint te vloeken en te schelden. Op dat moment duwt Marco mij rustig naar achteren zodat hij tussen mij en meneer Kruiswijk komt te staan. De gevangene en ik kijken elkaar aan. Die blik in zijn ogen: pure haat en agressie. Beangstigend vind ik het.
Marco vraagt mij de cel te verlaten en John te roepen, de andere PIW’er op de afdeling. Marco en John krijgen de situatie onder controle en meneer kalmeert weer iets. We besluiten hem even met rust te laten. Als ik buiten de cel de situatie met Marco evalueer, besef ik hoe snel dit geëscaleerd is. En ik besef ook hoe fijn het is dat er een PIW’er bij je is die snel ingrijpt als het fout dreigt te gaan. Ik bedank collega Marco. ‘Hoort bij het werk, Rik’, zegt hij met een grijns. Samen vervolgen we onze weg op de afdeling.
*De namen zijn gefingeerd.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account