Het arrest van de Hoge Raad doet veel stof opwaaien. Maakt dit het zzp’ers moeilijker? Karel Hoenderdos vindt van niet. Hij leest het in de eerste plaats als een signaal aan intermediairs die zich ook als zorgaanbieder presenteren en een waarschuwing aan zpp’ers om op te letten met wie ze in zee gaan.
Weer wordt een zzp’er ‘verweten’ dat hij geen ondernemer is, maar feitelijk in dienst is bij de intermediair. Het arrest van de Hoge Raad van 30 maart doet veel stof opwaaien. Is dit oud nieuws of worden we door de Belastingdienst opnieuw op de hielen gezeten? Mijn eerste gedachte was: dit vonnis is oud nieuws. Het gaat namelijk over zorg die onder de AWBZ is geleverd in 2013 en 2014. Inderdaad was tijdens die periode de VOG geen waarborg voor ondernemerschap en in die tijd waren intermediairs ook niet bereid het zelfstandig ondernemerschap van hun zorgverleners erg serieus te nemen.
Wat zegt het vonnis? Hierover zijn de meningen verdeeld. Er zijn er die dit inderdaad lezen als oud nieuws: ‘de AWBZ was leidend bij deze casus’. Anderen menen dat er een structurele visie bij de Belastingdienst is dat zelfstandig ondernemerschap en zorg onverenigbaar zijn.
Ik ben die mening niet toegedaan. De Belastingdienst zal zeker nog rechtszaken aanspannen, al was het maar om juist de kaders van nieuwe wetten te toetsen. De huidige wetten ZVW, WkkgZ en DBA bieden de zzp’er in de zorg veel meer ruimte, en zekerheid, om als solistische zorgaanbieder te kunnen werken. Het gaat overigens om zorg in de thuissituatie, niet om intramurale zorg, dat is een totaal ander hoofdstuk in dit complexe dossier.
Wat zijn de risico’s? Er zullen nog zeker zaken uit voorgaande jaren beoordeeld worden. Die periode laat ik even buiten beschouwing. De vraag is of dit arrest inderdaad een signaal is aan zzp’ers om op hun hoede te zijn. Daar kom ik direct op terug. In de eerste plaats is dit een signaal aan intermediairs die zich ook als zorgaanbieder in de markt presenteren. De zzp’er is dan uitvoerder of onderaannemer. Dat blijft een riskante positie, fiscaal gezien. Zowel intermediair als zzp’er hebben er alle belang bij om hun overeenkomsten te toetsen op zelfstandigheid. En sterker nog: ook de praktijk van de uitvoering van de zorg moet onder de loep worden genomen! Dit ‘spel’ is voor veel zzp’ers nog onbekend terrein. Zij werken immers ‘in afhankelijkheid van hun intermediair’. Het devies is: durf nee te zeggen tegen voorwaarden die je ondernemerschap in gevaar kunnen brengen.
Overigens geldt dit ook voor intermediairs die niet als zorgaanbieder opereren: ook daar zijn nog contracten in omloop die zelfstandig ondernemerschap ondermijnen. Er zijn gelukkig ook intermediairs die dit wel correct uitvoeren.
Wordt er gehandhaafd? Zowel de minister als de Belastingdienst hebben duidelijk verklaard dat de wet DBA wél gehandhaafd wordt! Het accent ligt daarbij op ‘kwaadwillenden’, maar na 1 juli wordt ook breder gehandhaafd. Nu kan ik mij voorstellen dat er enkele intermediairs zijn die onder de titel ‘kwaadwillend’ vallen , omdat zij nog steeds hun contracten en overeenkomsten niet op orde hebben. Ik geloof niet dat de zzp’er onder kwaadwillenden wordt gerekend, maar de zpp’ers die daar bij zijn aangesloten, zijn wel het slachtoffer.
Conclusie Het is hoog tijd dat de zelfstandig zorgondernemer niet alleen zijn zorgkwaliteit maar ook zijn ondernemerskwaliteit gaat bijscholen. Als coöperatie hebben wij daarvoor een opleiding ontwikkeld. Ik meen te mogen stellen dat zelfstandig zorgondernemerschap beslist niét in de gevarenzone zit en dat er meer mogelijkheden zijn dan voorheen om dit ook fiscaal te borgen.
Karel Hoenderdos is voorzitter van branchevereniging De Zorgprofessional
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account