Ik werk in het MCL. Je weet wel, dat handdesinfectiestimulerende ziekenhuis in het Noorden. Bij ons prijken dispensers als hoofdprijzen op ieder nachtkastje. Elk toilet, elke wastafel. Er staat er zelfs één op het secretariaat.
Ik handdesinfecteer me een slag in de rondte. Voor het injecteren en erna, als ik in mijn hand nies, na het toilet en voor het eten. Zelfs nadat ik mijn uniform aan het eind van een dienst in de ‘koker’ heb gedeponeerd. Twee passen voor ik het MCL verlaat, staart de allerlaatste dispenser voor de uitgang mij schuldbewust aan. Dus desinfecteer ik nog een keer.
Op onze patiëntentoiletten hangt een poster. ‘Was na toiletbezoek uw handen niet’ staat erop. Daar blijkt dat het MCL heeft besloten dat zeep niet meer zo hoeft. Wij willen graag alcohol. Liever alcohol in ieder geval dan een ziekenhuisbacterie. En eigenlijk is dat zo gek nog niet. Zo’n pompslag en dan doen alsof je je handen wast, terwijl je alweer loopt richting volgende klus. Heb je een stuk minder werk van dan van het uitdrijven van een VRE-plaag.
Bezoekers doen het trouw. Desinfecteren voor vertrek. Ze roepen elkaar op het matje, als er één besmet dreigt te ontsnappen. Met een ‘Mevrouw, u moet nog pompen,’ wijzen ze de onhygiënische dame de dispenser. Iedereen vertrekt uiterst schoon en opgelucht van de afdeling.
Dan kom ik thuis. Begroet mijn echtgenoot wildenthousiast met een zoen. Die duwt me van zich af. ‘Ga weg, je stínkt!’ Ik zeg dan maar niet, waar mijn handen naar zouden ruiken aan het eind van een dag niet desinfecteren.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account