Na je vakantie weer aan het werk, het valt niet altijd mee. Gelukkig was mijn eerste avonddienst rustig.
Uit de schriftelijke overdracht blijkt dat er een aantal cliënten is overleden. Ik heb deze avond drie patiënten, waarvan een nieuwe: een 75-jarige man, terminaal, die voor de pijnbestrijding een morfinepomp krijgt en een pomp voor de dexamethason.
De fentanylpleisters werken niet meer voldoende, en meneer heeft ook moeite met slikken. Hij gebruikt dexamethason om het vocht rond zijn tumor te verminderen, waardoor de tumor minder druk geeft.
Ik kom rond de afgesproken tijd bij het huis aan. De voordeur staat open – het is erg warm in huis – en na mijn aanbellen komt er iemand. Ik ben al gewend aan de verbaasde blikken omdat er een man zorg komt leveren in plaats van een vrouw.
In de huiskamer ligt de man op bed. Ik stel me voor en vertel wat ik kom doen. ‘Het is goed, jongen.’
Terwijl ik de twee pompjes klaarmaak praten de vrouw en hun twee dochters over vroeger op het boerenbedrijf. Hoe vader elke ochtend vroeg voordat hij de koeien ging melken in de stal de radio aanzette op Hilversum 2. En wat de dochters van hun vader hebben meegekregen in het leven.
Het aansluiten van de twee pompjes kost niet zoveel tijd. Terwijl ik daar mee bezig ben, zegt de man: ‘Mooi, nu kan ik op reis. Kijk, de bus staat al klaar.’ En hij wijst op een mooi ingekleurde tekening van een lijnbus met passagiers die op het raam is vastgeplakt. ‘Voor opa’ staat er met het handschrift van een kind van zes onder.
Ik vraag waar de reis naar toe gaat. ‘Naar boven’ is het antwoord. ‘Ergens anders kan ik toch niet meer naar toe. Ik hoef alleen nog maar zelf te bepalen wanneer ik de bus pak. En hij komt regelmatig langs, want het is een lijnbus.’
De familie vertelt me later dat vader helemaal klaar is voor zijn reis, en voor zichzelf de mooi gekleurde bus van zijn kleinkind als vervoermiddel heeft uitgekozen.
Het blijft een mooi vak!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account