Ik repte eerder over hoge werkdruk en hoe de patiënt er structureel bij in schiet in de zorg. Maar het roer is om. Ik ga nooit weer klagen over drukte (nou ja, vandaag in ieder geval niet).
Verplegen is helemaal niet zo’n straf. En zeker niet vandaag, want het is rustig. Schreef ik vorige week over lentezon. Vandaag is het een voorzomer. Nee, ik zit niet op een stoel in de tuin te peinzen over mijn eerste barbecue. Ik sta naast een bed te denken over de zon.
Mevrouw Hinkema ligt in het bed. Ik lig aan haar voeten. Ze kan heerlijk verhalen vertellen. Mevrouw Hinkema is een tachtigplusser vol zelfspot. Ik weet niet wie er vandaag meliger is, zij of ik. Samen staren we naar de zon die over de orthopedie-vleugel onze dag en haar pijn verlicht.
Omdat we het zo gezellig hebben, val ik uit mijn rol. Ik denk hardop hoe heerlijk het zou zijn om vandaag niet in het ziekenhuis te zijn, maar op een strand. Maar mevrouw Hinkema droomt mee. Zij ziet ons al zitten onder een parasol, met een drankje (ze mag niets per os!) Zij is al drie jaar niet meer buiten geweest, zegt ze dan. Ik ren de kamer uit.
Even onderdruk ik mijn impulsiviteit, waar ben ik mee bezig? Als ik echter de dokter heb gerustgesteld, dat het goed gaat komen met mevrouw Hinkema, krijg ik toestemming van hem. Ik sleep met extra dekens, een zuurstoftank en diverse afsluitdopjes voor alle slangen die op en aan mevrouw Hinkema bevestigd zitten. Na een kwartier puzzelen is ze los van de kamer en gaan we op pad.
Daar zit ik. Werktijd. Zwaar werk. Twintig minuten lang in de zon. Het is weliswaar geen terras, maar een ambulance-ingang. En het is niet met mijn beste vrienden, maar met een ernstig zieke mevrouw die al drie jaar geen zonlicht heeft gevoeld. Een piepklein hoofdje straalt vanonder twee dekens. De zon wordt er verlegen van.
Had ik maar wat vaker de tijd om dergelijke idiote, onrealiseerbare plannen te bedenken!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account