We zitten om de tafel in het restaurant. Rijen etenden om ons heen. Wat wordt hier wat verorberd. Wat loopt hier wat wits rond. Ik ga de koppies na bij ons aan tafel. Vier witte pakken. Twee ervan doorschijnend.
De zakken hangen er wat uitgelubberd en zielig bij. Geen naam gestreken op de borst. Alleen die van de instelling die hen bezit. De John en Jane Doe’s van ons ziekenhuis. Leerlingen. In onze afdankertjes moeten zij werken. Hun persoonlijkheid en naam lijkt er hier niet toe te doen.
De ‘naamlozen’ moeten hun werkkleding ook van ver halen in ons ziekenhuis. Gediplomeerden grijpen hun witter-dan-wit bij de ingang mee. Zij die korter dan een half jaar onze gangen ‘opleuken’, sjokken verder. Gang door. Voorbij liften. Naar de diepste diepten van de instelling. In het ochtendgloren dalen zij af tot in de zweterige kelder. Daar hangen pakken die niet passen. Te klein of te groot. Of op. Hoe dan ook. De leerlingen moeten er schijnbaar genoegen mee nemen.
En dat is nog niet alles. Terwijl ik kauw op luxe broodjes, staren zij naar een droge boterham. Meer kunnen zij niet betalen. Niet betalen? Ik kijk ze vragend aan. Ze breken de harde kosten van hun oude brood. Peuzelend en snikkend vertellen ze over mini-minimumlonen. De meiden bij mij aan tafel verdienen netto honderd euro per maand. Honderd! Voor hetzelfde werk dat ik verricht. Zij werken 24 uur. Ik momenteel 20. Ik moet al aan mijn loonstrookje wennen. Van fulltime naar halve kracht, scheelt best een beetje. Maar het is nog geen honderd euro.
‘Honderd euro?’ galm ik ongelovig. Ze knikken sip. De rest van de maaltijd wordt zwijgend genuttigd. Terug op de afdeling gaat ieder weer zijn gang. De leerlingen rennen op bevel van de piepers in hun gescheurde zakken. Ik niet. Ik ‘sta boven’ twee leerlingen die zichzelf dienen te redden. Zij dragen de piepers en doen het werk. Eigenlijk mijn werk. Alleen zij doen het voor honderd euro!
Laatst was er een nieuwe leerling. Zij vroeg me of zij zich wel bij ‘ons’ mocht omkleden. Op een andere afdeling zouden leerlingen een apart kleedhok hebben. Hoe gek moet het? Leerlingen die gediplomeerden koffie moeten brengen. En dan stil verdwijnen. Voor een korter en staand bakkie in de (spoel)keuken. Zij de po’s, ik de visites. Zij wassen, ik computeren.
De leerlingen zijn de toekomst van ‘mijn’ ziekenhuis. En van andere. De toekomst van de verpleging. Hoe kunnen wij zo met ze omspringen?!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account