Als wijkverpleegkundige heeft Evelyn de regie in handen, maar tot hoever eigenlijk?
Meneer De Groot is al een aantal jaren bij ons in zorg. Hij redde zich tot op heden prima. Alleen zijn steunkousen krijg hij vanwege zijn krachtsverlies niet meer aan. Als oud-militair is hij gewend om zijn eigen boontjes te doppen en lachte daarom de zorgen van de thuiszorg weg.
Zijn kracht en uithoudingsvermogen werden steeds minder. Steeds vaker viel hij hierdoor. Om de zorgen voor zijn kinderen – niet eens per se voor zichzelf – te verminderen, ging hij akkoord met personenalarmering. Zijn kinderen legde ik uit dat hij via de zorgverzekeraar eventueel in aanmerking kwam voor een vergoeding hiervoor. Maar onze thuisorganisatie heeft met dit bedrijf geen contracten. Als hij wil dat zijn vertrouwde verzorgenden hem helpen bij alarmering zal hij de maandkosten zelf moeten betalen, want dit vergoedt de zorgverzekeraar niet. Raar eigenlijk, want wat is het verschil tussen de twee systemen?
We merkten dat meneer De Groot steeds vaker zijn maaltijdservice vergat te bestellen. Of het echt vergeten was of dat hij de puf er niet meer voor had, konden we niet ontdekken. We hielpen hem hierbij, maar vervolgens lagen de opgewarmde maaltijden en gesmeerde boterhammen in de vuilnisbak. Want van in z’n eentje dineren krijgt meneer De Groot geen eetlust. Tot er aardbeien op het aanrecht stonden. Ik maakte een ontbijtje voor hem: boterhammen met aardbeien en hagelslag. We praatten over vroeger en terwijl ik rapporteerde had meneer twee boterhammen op. Potverdorie, waarom had ik hier niet iedere dag de tijd voor?
Meneer De Groot raakte incontinent. De zorgverzekeraar weigerde het incontinentiemateriaal te vergoeden. Het kon toch zoveel milliliter hebben, voordat het materiaal volgezogen was? De telefoniste gooide er nog een schepje bovenop om mijn argument dat dit risico op huiddefecten gaf te ontkennen. Ja echt! Een baby geef je een schone luier als deze nat is en bij meneer de Groot moet ik hem uitdoen, wegen tot het maximale aantal milliliters en meneer De Groot teleurstellen dat hij niet vol is en hij deze terug aan moet doen. De zorgverzekeraar vergoedt namelijk niet méér broekjes. Bah! Wat een rotberoep heb ik!
Een opname was niet langer meer uit te stellen. De WLZ indicatie werd gelukkig snel afgegeven zodat hij op de wachtlijst kon. Maar toen ik mijn berekeningsformule voor overbruggingszorg invulde zag ik rode cijfers. Ik kon de huidige ingezette hulp, huishoudelijke en persoonlijke verzorging niet uit het budget leveren. Daar waren mijn kopzorgen weer. Als wijkverpleegkundige heb ik de regie in handen, bepalen wat écht nodig is en dan…. kan ik het niet inzetten. Allerlei regels, contracten, voorwaarden en eerder uitgerekende formules bepalen dat het niet kan.
In het weekend overdenk ik hoe ik dit nieuws nu weer ga brengen en of ik nog meer creatieve manieren kan bedenken om het toch rond te breien. Maar wanneer ik maandag terugkom blijkt dat meneer De Groot in het weekend gevallen is en met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Ergens ben ik opgelucht. Ik hoef niet meer te puzzelen en mijn hoofd over sommen te breken. Ik hoef niet meer het incontinentiemateriaal te tellen en er is iemand bij hem die op een alarm af kan komen en iemand die bij hem kan komen zitten tijdens het eten.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account