In het nieuwe nummer van Nursing lees je de ervaringen van verpleegkundigen met herindicatie in de thuiszorg. Blijft het werk nog wel leuk door al die regeltjes en formulieren?
‘Is er al een indicatie?’ Dat is de eerste vraag die wij stellen als er een nieuwe aanvraag komt voor hulp door ons team. Zonder indicatie komt er namelijk geen geld binnen voor ons werk. En geld, dat komen we chronisch tekort. Het is echt een noodzakelijk kwaad, zo’n indicatie. Gelukkig wordt die meestal aangevraagd door de administratie, maar het gebeurt ook wel eens dat je zelf gaat bellen voor een cliënt als er een herindicatie nodig is of uitbreiding van zorg.
AWBZ
Ik heb via de website van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de Beleidsregels Indicatiestelling AWBZ eens ingekeken. Termen als bruto en netto vastgestelde (AWBZ-) zorgbehoefte, Ondersteunende en Activerende Begeleiding vliegen je om de oren. Stel: je hebt een indicatie nodig voor iemand die uit het ziekenhuis naar huis komt. Er is thuiszorg nodig. Volgens de regels onderzoekt het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ‘de beperkingen die de zorgvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een psychosociaal probleem.’ … Bent u er nog?
Mantelzorger
Vervolgens wordt de bruto zorgbehoefte vastgesteld. Welke hulp is er allemaal nodig? Dan wordt gekeken naar de mantelzorg: wat kan de omgeving voor de zorgvrager betekenen? Nou, om te beginnen gaat het dan niet alleen om de handelingen, maar vooral ook om de leeftijd. Zo is een partner die jonger is dan 75 jaar in principe – volgens het CIZ – best in staat om te helpen bij Persoonlijke Verzorging. Dus: de hulp die de mantelzorger kan geven wordt van de bruto zorgvraag afgetrokken en dan blijft de netto zorgvraag over.
Normtijden
En dan komt vervolgens de stopwatch erbij: welke handelingen worden allemaal uitgevoerd? Daar staan normtijden voor. En met die optelsom komt er dan een indeling uit: persoonlijke verzorging of verpleging. Dat wordt dan weer ingedeeld in een klasse. En afhankelijk van de klassen (dat heeft vooral met de tijdsduur van de zorg te maken) en de functies (welke zorg) volgt er dan een indicatiebesluit. Dat gaat soms vlot, maar het kan soms ook enkele dagen duren.
CAPD als Persoonlijke Verzorging
Nu is per 1 januari er weer van alles veranderd. Zo zat CAPD (continue ambulante peritoneaal dialyse) in de functie Verpleging. Bij onze organisatie wordt CAPD uitgevoerd door verpleegkundigen. Daar stond ook een vergoeding op dat niveau tegenover. Nu is CAPD ingedeeld als Persoonlijke Verzorging met een normtijd van 30 minuten per spoeling. En je snapt het al: daar staat een lagere vergoeding tegenover. Je protocol schrijft voor dat een verpleegkundige de handeling moet doen (kwaliteitseis), het CIZ betaalt de vergoeding voor Persoonlijke verzorging (tarief verzorgende). Je bent dan blij dat sommige indicaties een langere looptijd hebben dan tot 1 januari 2008.
Ik kan me mijn motivering om in de zorg te gaan werken nog goed herinneren, ook al was dat bijna dertig jaar geleden. Dat was in ieder geval niet om ondergesneeuwd te raken door allerlei regeltjes en formulieren…
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account