Ik heb een vriendin en die is dokter. En die doktersvriendin is op haar beurt mama. De doktervriendin maakt zich zorgen. Mamazorgen. Maar ook doktermamazorgen.
Haar zoon heeft namelijk zo nu en dan ‘iets’. Dan huilt hij niet, waar hij dat anders wel doet of andersom. Hij heeft huiduitslag die niet is terug te vinden in boekjes en op internet (blijken later muggenbulten). Of hij slaapt ineens langer of korter dan anders. Dat zijn mamazorgen. Zorgen waar je als niet-mama van naar je voorhoofd gaat wijzen. Maar mama’s hebben die zorgen en doktermama’s hebben grotere zorgen. Die zien in muggenbultjes extreem gevaarlijke kinderziekten. Die horen ruisjes en rhónchi in heel gewone verkoudheden. Omdat je meer weet en kent en dus meent te hérkennen.
Rugpijn
Ik begrijp haar. Ik ben een verpleegkundige met een verpleegrug. Plegen neigen nogal eens tot overbelasten en dus rugpijn. Na mijn bevalling zwoor ik mij nooit meer druk te maken om pijntjes. Dit zijn echter net rugweeën. Dus mag ik klagen, maar ik ben niet zo naar-de-dokter-loperig. Ik kan het een ander wel altijd heel goed adviseren. Pijnstillers en rustig aan doen. Ikzelf stofzuig en blijf mijn dreumes tillen wanneer ze maar wil. Na drie dagen zijn de klachten erger. Ik speur op internet naar medische termen. Heb ik een hernia of erger, botmeta’s? Ik ben ook steeds zo moe de laatste tijd. Word ik daar nou licht in mijn hoofd? Zijn dat sterretjes, die ik zie?
Hoe meer ziektes ik ken, hoe meer ik mankeer. Ken je dat?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account