Na elf weken thuiszitten verlang ik gek genoeg weer naar mijn werk. Nou ja, naar mijn collega’s. Naar de sfeer. Naar even kletsen. En wat is er dan mooier, dan de kerstborrel?
Met enige moeite maak ik mij los van mijn wondertje (de onzichtbare navelstreng blijft wat venijnig trekken). Ik vertrek richting feestgedruis. Even een uurtje eruit en weg van babybabbels.
Wat een warmte. En dat is niet alleen omdat het buiten tegenwoordig koud is. O ja, ik had lieve collega’s. Dat was ook zo. Ik was het bijna vergeten. Geïnteresseerd als ze zijn, mag ik honderd keer vertellen over mijn mooie meisje. Dan hoor ik mezelf. Neehee, ik ga níet alleen maar over baby praten. Ik ben er niet zo één (hoewel?!) Dus vraag ik over het werk. Al gauw zit ik middenin de vertrouwde draaideurpatiënten. Althans, de verhalen. Spanning en sensatie, verdriet en grapjes vliegen over tafel. Tussen borrel en hapjes door, wordt wat heerlijk geklaagd en gegiecheld. Wat heb ik dít gemist.
Bijna zou ik morgen wel weer even willen voelen. Op de werkvloer. Even kletsen met meneer COPD, die inmiddels alweer drie keer is opgenomen. Even weer nuttig. Even stimuleren, activeren en adviseren. Even weer de Sandra die ik altijd was. Vertrouwd.
Dan een bliksemschicht. Een schuldgevoel. Ik was mijn dochter even vergeten. Mijn dochter? Nu ik aan haar denk, moet ik weten hoe laat het is. Ben ik hier al vijf kwartier? Ik zou maar een uurtje. Ze zou honger kunnen hebben. Of verdriet. En dan ben ik er niet. Ik fiets als een bezetene. Vergeet longartsen en -patiënten, collega’s en je nuttig voelen. Dump mijn fiets in de heg. Ren naar de deur. Deur open. Ik hoor niks.
Wondertje ligt heerlijk te slapen in papa’s armen. Ik puf mijn kortademigheid weg. In door de neus, uit door de… ach, dat werken komt over een paar weken wel. Eerst nog even moederen.
Heb jij ook ‘last’ van je moedergevoel op het werk?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account