Patiënten met hartfalen en een depressie, pasbevallen vrouwen met psychoses, IC-overlevers met PTSS. Je hoeft niet…
in de psychiatrie te werken om mensen met psychiatrische klachten tegen te komen.
Ik was onlangs op een symposium over ziekenhuispsychiatrie. Er werden opzienbarende cijfers gepresenteerd. Van de mensen met hartfalen heeft 30% ook een depressie, 20% van de vrouwen ontwikkelt rond zwangerschap en geboorte psychiatrische klachten en 40% van de IC-overlevers heeft PTSS.
Om de problematiek te meten, passeerden diverse meetschalen de revue, gevalideerd en wel. Op één schaal werd nader ingegaan: de schaal om kwaliteit van leven te meten, op basis waarvan betrouwbare uitspraken gedaan konden worden.
Daarnaast hadden verpleegkundigen de patiënten ook gevraagd: ‘Hoe gaat het eigenlijk met u’? De uitslagen op basis van die vraag bleken even betrouwbaar als die van de gevalideerde schaal.
Verder was aan patiënten gevraagd wat hen nu geholpen had. Vriendelijkheid, uitleg (bijvoorbeeld bij het uitzuigen), even erbij gaan zitten tot de angst minder werd, enzovoort. Wat niet hielp was een boos gezicht. Een dorstige patiënt durfde daardoor zelfs niet om water te vragen, vertelde hij. Ook waren er verpleegkundigen die geïrriteerd raakten omdat de patiënt vertelde over zijn hallucinaties. Meneer J.: ‘Zij reageerden gewoon agressief als ik zei dat ik allerlei dingen zag. Dan zeiden zij: meneer… moet u eens goed luisteren… En die toon alleen al hè. Ik besef ook wel dat ik dingen zag die er niet waren, maar dan hoef je toch niet zo te reageren. Ik was er boos om. Ik bedoel, je wilt toch als een volwassen mens behandeld worden en niet als een kind’.
Wat moet je er dán mee? Vragen hoe het gaat en het antwoord kunnen horen, ook als het niet zo vrolijk is. Dat was wat de mensen nodig hadden. Meneer B.: ‘Dan kwamen ze even een praatje met je maken en streken je even over de bol. Ja, dat voel je als persoonlijke aandacht en dat doet je zeker goed. En daar ben ik zeker beter van geworden’.
Psychiatrie in het ziekenhuis, het is dagelijkse kost en we hoeven het niet op te lossen. Luisteren is vaak al genoeg. Er kwam nog een laatste tip van een patiënt die erg angstig was geweest: ‘Het hielp heel erg als ze voor het verlaten van de kamer nog even vroegen of ik nog iets nodig had’.
Wat doe jij in dit soort situaties?
Mathilde Bos is psychiatrisch verpleegkundige, en verzorgde enkele jaren voor Nursing de rubriek Berichten uit de B.
In het kader van het 15-jarig jubileum van Nursing schrijven zes oud-columnisten een gastblog. Mathilde Bos is de laatste in de serie. Verder zijn er bijdrages van Joanneke Bleichrodt, Mark Traa, Sacha Hubert, Judith Pors en Fadoua Bouali (zie ons speciale jubileumdossier).
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account