Verpleegkundigen zijn BIG-geregistreerd. Onze namen staan in dikke, digitale boeken. Dit zijn wij en dit weten wij. Dit mogen wij.
Scholen spelen erop in. Zij leren aanstormende verpleegtalenten hoe verplegen hoort. Leren leerlingen wat BIG-geaccepteerd is. Zus en zo met verpakkingen, vervaldata en dubbelchecken. Tot in perfectie wordt praktijk geoefend in lokalen, op poppen of elkaar. Geheel geperfectioneerd en geregistreerd staan wij vervolgens op werkvloeren. Klaar voor de strijd.
Daar treffen we collega’s. Die leren ons weer trucjes. Om sneller, beter, handiger te werken. Wij meten ons een ‘eigen’ aan. Maar is die eigen BIG-goed genoeg? Houden wij ons handig en snel nog wel aan alle regeltjes?
Een leerling attendeert mij op het feit dat ik anders injecteer dan mijn collega. En die weer anders dan de docent op school. De één desinfecteert. De ander dient medicatie ‘vies’ toe. De hoek van plaatsen van naald in arm of juist in been schijnt ook wijds uiteen te lopen. Moet insuline nou loodrecht of niet, wil de leerling weten. Hangt dit af van windrichting of ziektebeeld? Of van met welk been je vanmorgen het bed verliet?
We lijken maar wat te doen. Overtuigd van ons kunnen. Efficiënt en vliegensvlug delen wij pillen en catheters uit. Brengen wij naalden en sondes in. Maar doen we het nog goed?
Is het goed als het anders gaat dan op school? Is de schoolprocedure haalbaar? Hoe perfect moeten wij werken? Wat denk jij?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account