In mijn schrijven kan je het niet horen, denk ik, maar ik ben een echte Fries. Dat wil zeggen dat ik een heel lelijke ‘l’ spreek en vele letters inslik. Ik vind de Friese klanken over mijn lippen altijd wat kwelend en plat klinken. Toch is Fries ook een warme deken. Fries-horen is voor mij als thuis-zijn.
Hoewel ik nooit Fries spreek, zegt men buiten Friesland altijd goed te kunnen horen dat ik dat wel doe. Mijn ouders meenden dat mijn Nederlands zich beter zou ontwikkelen (mocht ik ooit serieus blogger willen worden), als zij mij in het Nederlands zouden benaderen. Aan tafel werd met vrienden en familie altijd Fries gesproken. Kwam ik binnen, dan ging iedereen automatisch over op vloeiend ABN. Ondanks het niet-spreken van de Friese taal, leerde ik mijzelf wel gebrekkig Nederlands aan. Zo hebben Friezen er een handje van om werkwoorden om te draaien. Die zouden deze zin dus zó gezegd hebben, in plaats van hebben gezegd.
De Nursingredactie, wijst mij er af en toe op, als ik de Nederlandse taal krakkemikkig toepas. Mij valt dan weer op dat mijn collega’s denken in het Fries, terwijl zij Nederlands rapporteren. Ze schrijven bijvoorbeeld: ‘Mw. waste haar’ of ‘Dhr. kreeg ontlasting’. Ik wil dan vragen: wat waste mevrouw? Haar…? En van wie kreeg deze heer ontlasting? Maar mijn collega bedoelt te zeggen ‘mw. waste zich’ en ‘dhr. defaeceerde (spontaan of na een klyx)’.
Tja, het Fries kan de niet-Fries behoorlijk verwarren. Heb je (buiten Friesland) ooit gehoord van een ‘beppe-zegger’? Of mensen die met weekendverlof ‘uit-van-huis-gaan’? En wat moet je pakken, als een patiënt vraagt om zijn ‘boesgroentsje’?
Patiënten vinden het echter plezierig, als ik kwelend en plat antwoord dat ik het moai vind dat ze even naar hûs mogen foar it weekend. Dat we samen boesgroentsjes en broek’n inpakk’n, zodat ze uit-van-huis kunnen gaan bij hun beppe-zegger (logeren bij een kleinkind, San.).
In nood valt een patiënt sneller terug op zijn streektaal. Friezen denken in het Fries, dus dat praat wel zo makkelijk. Bij een dokter die Fries spreekt, leunt een Friese patiënt met zichtbaar meer vertrouwen achterover in bed. Alle ingewikkelde medische terminologie met lelijk en lompe ‘l’ en nasale klinkers, klinken kennelijk een beetje minder ver van het bed.
Fries en andere streektaal heb se voor- en se nadelen. Ik luister liever niet teveel naar mijn eigen stem op een antwoordapparaat. Zodra ik mezelf niet horen kan, praat ik lekker plompverloren gebrekkig Nederlâns tegen wie het maar wél wil horen. Het is misschien niet charmant of foutloos, maar wel prima te volgen. Toch?
Of is het beter om een verpleegproces te evalueren in het accent- en foutloos Nederlands? Wat vind jij?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account