Maandag vond de rechtszaak plaats tegen de man die een verpleegkundige in het CWZ in Nijmegen mishandelde. Omdat ik mij vreselijk opwind over agressie tegen verpleegkundigen ben ik naar de rechtbank in Arnhem gegaan om de zitting bij te wonen.
De publieke tribune is leeg, de verpleegkundige is er niet, er is niemand namens het ziekenhuis aanwezig, ook geen advocaat. Er hangt een beetje een niets- aan-de-handsfeertje, ik zit me nu al te verbijten.
De dader is een steigerbouwer van 32 jaar met strafblad. Hij heeft twee keer eerder iemand mishandeld waar hij respectievelijk een boete en een taakstraf van 30 uur voor gekregen heeft. Hij was van mening dat de verpleegkundige in de betreffende nacht van 3 op 4 oktober op de spoedeisende hulp van het CWZ niet snel genoeg hulp verleende aan zijn aan diabetes mellitus lijdende buurmeisje. Hij vloog de verpleegkundige naar de keel, sloeg haar hoofd tegen de muur en kneep haar keel dicht, aldus getuigen. De lezing van de dader: ‘Ik heb haar bij de kraag gevat, niet tegen de muur geslagen, ze zei:‘Au’ en keek benauwd.’ De kleurenfoto´s die de rechter toont, spreken echter boekdelen, in haar hals zijn duidelijk bloeduitstortingen te zien, ter grootte van een duim.
Op de vraag van de rechter of de verdachte excuses heeft aangeboden aan het slachtoffer, zegt de verdachte: ‘Dit werd mij in het begin afgeraden, ik had dit vandaag tijdens de rechtszaak willen doen maar ze is er niet.’ De officier laat weten dat de verpleegkundige niet meer op de spoedeisende hulp durft te werken. De eis is 20 maanden, waarvan 10 maanden onvoorwaardelijk met aftrek van voorarrest (3 maanden), de uitspraak volgt op 24 januari.
Ik begrijp en respecteer het feit dat de verpleegkundige voor de luwte kiest. Maar wat ik miste was een slachtofferverklaring over de lichamelijke, emotionele en economische gevolgen.
Wanneer een hulpverlener wordt aangevallen is de maatschappij geschokt. Maar waarom zat de publieke tribune niet vol met geschokte verpleegkundigen? Symbolisch gesproken zouden wij toch tussen de dader en onze collega in moeten gaan staan. De dader zei bang te zijn dat na nog 7 maanden detentie zijn hondje hem niet meer zou herkennen. Ik ben bang dat onze collega uit het vak is geslagen.
Ik wil geen waxinelichtjes en een stille tocht, maar ik wil ook niet wachten tot het echt misgaat. Zolang zorgverleners niet anoniem aangifte kunnen doen, moeten we bij rechtszaken over agressie en mishandeling steun geven aan onze belaagde collega´s, ervoor zorgen dat de publieke tribune vol zit en daarmee een signaal afgeven. Laten we een vuist maken tegen agressie in de zorg en vechten voor ons vak.
Marcellino Bogers (1957) is van huis uit psychiatrisch verpleegkundige, maar tegenwoordig congresontwikkelaar bij Elsevier Gezondheidszorg, cabaretier en dagvoorzitter op het Nursing Event. Hij is auteur van het boek Humor als verpleegkundige interventie. www.marcellinobogers.nl
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account