De uitzending van Nieuwsuur op 11 maart jl. heeft nauwelijks aandacht gekregen. Dat is merkwaardig, omdat professor Agnes van der Heide publiekelijk bekend maakte dat naar schatting 550 patiënten per jaar sterven aan een overdosis morfine.
Zij noemt deze praktijk een verborgen en verboden vorm van euthanasie. Morfine toedienen met als doel een patiënt te laten overlijden mag niet, zo vertelde Van der Heide, bijzonder hoogleraar Besluitvorming en zorg rond het levenseinde van het Erasmus MC.
Ik herinner me hoe ik ruim 30 jaar geleden als leerling-verpleegkundige de zorg had voor stervende patiënten op de afdelingen oncologie en hematologie. Bij een moeilijk sterfbed kreeg ik vaak (telefonisch) de opdracht om de dosering van intraveneus toegediende morfine steeds verder te verhogen. Patiënten overleden vaak sneller dan verwacht en niet zelden in delirante en angstige toestand. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat ook nu nog 19 procent van de medisch specialisten wel eens een overdosis morfine gebruikt om de dood te bespoedigen.
Morfine is een goede pijnstiller en kan ook worden ingezet om de effecten van benauwdheid te verzachten. Maar morfine en andere opiaten zijn niet bedoeld om het levenseinde te bespoedigen of stervenden mee te sederen. Veel patiënten krijgen dan te maken met de bijwerkingen van een overdosis opiaten, zoals delier, hallucinaties, angst en zelfs ademhalingsdepressie. Onlangs kreeg deze ontoelaatbare medische praktijk op de afdeling cardiologie van het Ruwaard van Puttenziekenhuis even aandacht. Huisartsen, medisch specialisten en specialisten ouderengeneeskunde blijken vaak niet op de hoogte van de richtlijnen. Ik denk dat ook nog steeds geldt voor verpleegkundigen en verzorgenden.
Hoogleraar Agnes van der Heide verwijt artsen dat zij zich niet houden aan de regels, en daarmee de euthanasiewet geweld aandoen. Ook houden artsen zich niet aan de richtlijnen die gelden in het geval er sprake is van ernstig lijden van een stervende. Het IKNL heeft daarvoor in 2010 de ‘Richtlijn palliatieve sedatie’ vastgesteld (www.pallialine.nl/sedatie). In deze richtlijn staat dat het in de laatste levensdagen toegestaan is om het bewustzijn van de patiënt te verlagen. Dit mag echter alleen als er sprake is van een onbehandelbaar symptoom met een ernstige lijdensdruk. Een dergelijk symptoom heet dan refractair te zijn. Dat kan bijvoorbeeld gaan om zeer ernstige therapieresistente pijn of dyspnoe, lichamelijke en geestelijke uitputting of een onomkeerbaar delier.
Het is moeilijk om als verpleegkundige of verzorgende de opdracht van een arts te weigeren. Onlangs kwam ik zelf in een situatie waarin de huisarts, onder druk van familie, morfine wilde inzetten bij een stervende patiënt. De schriftelijke opdracht lag voor me klaar bij aanvang van mijn nachtdienst. Er was geen sprake van pijn of ernstige benauwdheid. Weigeren alleen is vaak niet voldoende. De arts zelf of een onwetende collega dienen de medicatie dan toe. Ik heb geprobeerd de huisarts te overtuigen van zijn ‘medische dwaling’. Toen dat niet hielp heb ik contact opgenomen met de huisartsenpost en het regionale Consultatieteam Palliatieve Zorg. De patiënt is nog dezelfde nacht rustig overleden. Mijn taak was vooral om de familie bij te staan.
Het beste advies blijft om als eerste de situatie met de arts te bespreken. En als dat niet helpt contact op te nemen met een leidinggevende, een palliatieve consulentendienst of desnoods de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account