Een rustige dienst, een iets langere pauze, ontspannen verpleegkundigen, kortom dé ingrediënten voor een moment vol meligheid…
Een collega heeft knakworsten meegenomen. Die staan glanzend en roze op tafel. Zo hebben we het over lekker eten en mosterd, zo hebben we het over geslachtsorganen. De één blijkt nog smakelijker te kunnen vertellen, dan de ander.
Ondertussen stapt een arts-assistent binnen. Hij wil met ons mee eten en of dat mag? ‘Natuurlijk!’ verwelkomen we hem, met schrille stemmetjes. ‘Ga zitten!’ Maar schrik niet, zeg ik, want we hebben vieze praatjes. ‘Geeft niet,’ grijnst deze dokter terug. Hij kent ook nog wel wat sappige anekdotes.
En ja daar zijn ze weer, de verhalen over mensen die dingen in holtes staken, die wij er dan weer uit moesten halen. De dingen die je níet moet zeggen tijdens een blaascatheterisatie. Zetpillen op plaatsen waar ze niet horen. Even houd ik me in. Wat denkt deze dokter tegenover mij nu van mij? Dan begint hij smakelijk te vertellen over een patiënt en een aubergine.
Na een half uur dwingt spierpijn in buik en wangen ons om weer aan het werk te gaan. We zetten onze knop terug op standje ‘serieus’ en doen weer ons respectvolle ding.
Aan het eind van de dienst zit mijn collega plotseling te blozen. Ik vraag haar voorzichtig wat er is. Ze stamelt dat ze vreest dat deze dokter ons nooit weer serieus neemt. Wat moet hij wel niet van haar denken? Hadden we dit wel moeten doen?
Het geheel inspireert me tot een blog. Ik ben benieuwd wat collega’s vinden. Is hier sprake van ontspanning? Of zet je met een half uurtje gênant gegiebel een werkrelatie ónder spanning?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account