In het UMC Utrecht werken we sinds kort aan een internationale kwaliteitsstandaard, de Joint Commission International (JCI). Deze methode werkt vanuit de praktijk van alledag en niet vanuit meters aan handleidingen. Dat is interessant, ja ook voor verpleegkundigen!
De keuze voor de JCI is vooral bepaald door de patiëntgerichtheid en de praktische insteek van de accreditatie. Geen eindeloze rij met handleidingen die op de plank moeten staan, maar met JCI kijk je in de dossiers en aan het bed van de patiënt naar de kwaliteit van zorg.
De normen waaraan we moeten voldoen zijn voor professionals herkenbaar. Dus geen onhaalbare eisen die worden gesteld. In dertien hoofdstukken zijn de normen en subnormen gegroepeerd. De subnormen eindigen allemaal met meetbare elementen in de dagelijkse praktijk. Bijvoorbeeld bij de norm hygiëne wordt gevraagd of goede handhygiëne is terug te zien (geen ringen en armsieraden), of handen worden gewassen, of patiënten goed geïdentificeerd kunnen worden, en of het handelen overeenkomt met de afspraken uit het protocol. Hoewel het uitgangspunt de patiënt is, strekt deze kwaliteitsstandaard zich uit over de hele organisatie, van brandveiligheid, techniek en apparatuur, medicatie, personeelsdossiers en bekwaamheid van personeel tot het kwaliteitsbeleid van het bestuur. Over de hele wereld zijn meer dan 2000 ziekenhuizen JCI-geaccrediteerd, en veel van deze organisaties zijn vergelijkbaar met een universitair centrum als het onze.
Wat merk je als verpleegkundige van deze accreditatie? In het UMC Utrecht lopen wekelijks zogenaamde traceraars rond op afdelingen en poliklinieken. Dit zijn twee professionals uit de praktijk (artsen, verpleegkundigen, leidinggevenden) die opgeleid zijn om een tracer te doen. Een tracer is een soort audit, waarbij wordt gestart met het dossier van een patiënt die bijna met ontslag gaat. De traceraars gaan met verpleegkundigen, zaalartsen en specialisten in gesprek over wat zij zien in de praktijk.
Staat bijvoorbeeld in het dossier opgeschreven wie de hoofdbehandelaar is en welke allergieën bekend zijn bij de patiënt en zien de traceraars op de afdeling dat alle patiënten een polsbandje dragen? Komen de afspraken in het dossier overeen met het protocol en als wordt afgeweken, is dat beargumenteerd terug te lezen?
Zo stellen de traceraars de vraag of pijnmetingen bij de patiënt in het dossier zijn terug te vinden. Dit soort vragen leiden tot boeiende gesprekken, met gedreven professionals over hun vak en kwaliteit. Praten over het werk wakkert de beroepstrots van verpleegkundigen aan. Een plezierig neveneffect van dit accreditatietraject!
Robert van Barneveld is ambassadeur kwaliteit- en patiëntveiligheid bij het UMC Utrecht en begeleidt collega’s in het Joint Commission International (JCI) traject. |Twitter @Rovanbarneveld
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account