Ik heb vorige maand op het nippertje nog een nieuwe fiets gekregen van de baas. Nou ja, gekregen…
Ik moest hem eigenlijk gewoon zelf betalen. Alleen dan vóór het loonstrookje wordt gedrukt, dus bruto. Dat scheelt een trapper en een fietsbel, als je afrekent. Bovendien mag het van mijn baas in 3 jaar worden betaald. Mijn nieuwe, witte fiets kost me dus slechts een appel en een ei per maand. Daar voel ik niks van in de portemonnee (wel aan mijn zitvlak).
Deze fijne fiets is een voordeel van mijn werk. Voor zolang het nog duurt, want dit voordeel gaat stoppen, aldus Den Haag. In de tussentijd fiets ik dus maar mooi op mijn witte transportfiets met mand van de zaak. En ook de verzekering is van de zaak. Nou ja, via de zaak kan ik ook bruto een all-risk verzekering afsluiten.
Mocht ik van het fietsen maar niet genoeg krijgen, dan kan ik dat voortaan ook binnen doen, zegt mijn baas. Op een home-trainer. In een sportschool. Want mijn baas wil mij zo fit mogelijk. Hij wil wel meebetalen aan mijn calorieverbranden. Althans, de belastingdienst. Dat scheelt ongeveer een derde van het abonnementgeld. Weer zo’n mooi en gezond voordeel van mijn werk.
En als ik dan, ondanks veelvuldig fietsen en fanatiek gefitness, toch iets ga mankeren. Dan heb ik nóg een verpleegvoordeel ontdekt. Omdat mijn baas mij eigenlijk niet kan missen, mag ik weleens voorgaan in de rij bij een polikliniek. Zo onderging ik eens een MRI eerder dan de niet-verpleegkundigen op de wachtlijst. Omdat mijn baas belde met de MRI-leider.
Ik was blij voor de snellere duidelijkheid rond mijn gezondheid. Maar ik vond het ook wel een ietsjes gênant. Wie was ik nou helemaal dat ik vóór mocht? Werden hier nou triageregels overtreden, vanwege mijn witte pak? Eigenlijk durfde ik mijn voordeel niet te nemen.
Mijn baas zei: ‘Dat zijn nou de voordelen van werken in het ziekenhuis!’ Mijn vader zei: ‘Iemand die op Schiphol werkt en korting krijgt op vluchten, neemt die korting ook aan’. Mijn vriend sprak míjn gedachten uit: ‘Gezondheid is iets anders dan een vrijwillige vakantie. Degene die het eerst recht heeft op een MRI, moet het eerst. Niet de zuster die er toevallig vlakbij werkt.’
Daar zit ik nu. Op mijn fijne, witte fiets reisde ik naar mijn sportschool met korting. Daar kom ik mezelf tegen in één van de spiegels. Geboren in een rijk land met een tamelijk gezond hoofd. Daardoor kon ik nou eenmaal verpleegkundige worden. Geld verdienen, pensioen opbouwen, bedrijfsgefiets; het hoort er kennelijk allemaal gewoon bij voor mij. Maar wie ben ik nou eigenlijk helemaal?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account