We hebben zo hard nieuwe verpleegkundigen nodig in de zorg. Maar de kans om het te leren krijgen studenten niet, aldus Sandra.
Er was eens een wereld waarin de mensheid vergrijsde. Waarin de zorgvraag hand over hand toenam, met klauwen tegelijk. Waarin meer zorg nodig was dan er zorgverleners waren te vinden. En er waren vooruitzieners; de waarzeggers van de toekomst. Leiders. ‘Politici’ noemde men ze ook wel. Die zagen de grijze golf landinwaarts reizen en spraken er druk over.
Al dat grijs was prachtig; die zilveren waas die trok over het land. Maar dan moesten ze nu wel snel reageren en een plan klaar hebben. Zoals een storm een land minder sloopt als men dingen dichtspijkert en wegbergt: er moesten met spoed meer mensen de zorg in. Alleen… de zorg was nogal een zorgelijk gebied. Er waren te weinig mensen te vinden om die zorg te gaan versterken (wie wil er nou naar een storm toe te bewegen?) Dus het bleef stil in de zorg en bij sollicitaties.
En ondertussen waren er dus mensen die hulp nodig hadden. Die figuurlijk op het dak van hun huis schuilden voor gestegen water. Zorgvragers met niemand om ze te scheren, vermaken, wassen, helpen. Mensen zouden daar wonderen kunnen verrichten. Met zorg en aandacht kun je (glimlachen tevoorschijn en pijn weg) toveren. Een beetje magie was welkom in de zorg. Maar waar waren die tovenaarsleerlingen?
Men vond een groep dapperen. Mooie mensen met inhoud en een enorm hart. Met spierballen en lef zo groot als twee werelddelen. Zij trokken stormpakken aan (witte uniformen) en gingen leren hoe je windkrachten bezwoer en overwon. Daar zitten ze. Mijn tovenaarsleerlingen, verpleegkundigen en verzorgenden in opleiding. Ergens tussen de 25 en 55 jaar oud. Prachtige mensen met hart voor de zaak. Dagelijks wassen, tillen, helpen, steunen zij de mensen in de orkaan die ouderenzorg heet. En dat doen ze met zoveel bevlogenheid en enthousiasme.
Wat prachtig dat zij er zijn, denk ik steeds. En wat kunnen ze mooi vertellen. Over hun nieuwe werk. Over de zorgvragers. Over hoe heerlijk het is om pillen te mogen delen en te leren injecteren. Dit zijn leerlingen. Net een jaartje snuffelend aan het heftige vak. Maar tijd voor leren krijgen ze eigenlijk niet. Ze moeten snel snel snel: ‘Ga maar pillen delen. Weet je niet wat voor medicijn dat is? Geef het maar gewoon. O en bel daarna de dokter. Mag je dat nog niet? Doe het toch maar. Heb je nog nooit iemand gezien met een halfzijdige verlamming? Wassend leer je dat het snelst. En schiet een beetje op, want er is nog veel meer te doen.’
Deze passievolle ijzersterken wankelen in hun werkschoenen. We hebben ze (en nog vele anderen) zo hard nodig in de zorg. Maar kans om het te leren, krijgen ze niet. Voor verdieping is geen geld. Ze zouden bergen kunnen leren verplaatsen, als ze de kans kregen… Als de kabinetsformateurs en bazen in hun ivoor eens naar beneden keken en zagen hoe het waaide en er mensen verdronken en dat de hulpverleners, zonder hulp, geen tovenaars waren, maar ook slachtoffers. Gewonden van de allesverslindende storm die ‘zorg’ heet…Wie geeft in hemelsnaam de zorgverleners hun toverstaf?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account