Mijn dochter werd laatst twee. Twee jaar oud. Het lijkt wel gisteren, dat ze uit mijn buik mijn armen in rolde.
En nu weet ze dat haar vader een VW bezit en mama heeft een Ford. Ze wijst kleuren, groet vreemden en doet dansjes middenin de stad. En dan ben je nog maar twee.
Op haar verjaardag kreeg ze van vrienden een doktersuitzet. Ze vroeg mij: ‘Mama dokter open maken?’ Da’s weer zo’n zin die je moet onthouden om later smakelijk om te lachen samen. Maar ik maakte dokter open en dochterlief begon te graaien. Blauw brilletje – want ja, dokters zijn nerds – pillenpotje en stethoscoop.
‘Maar ik vind haar nog veel te jong om doktertje te spelen,’ lachte ik een bittere glimlach . ‘Ze kan toch vast leren voor verpleegkundige,’ opperde de dokterkadovriendin. Voor verpleegkundige leren? Mijn hart miste een slag. Ik hapte naar lucht. Voor verpleegkundige leren? Wilde ik dat wel?
Ja, hoeveel meiden hoor je niet in de zorg. Die doen wat hun moeders deden. Omdat ze het jong al zagen gebeuren en hoorden onder het eten. Of omdat ze dezelfde zorggenen kregen, waar hun moeder mee was belast. Want, is het een roeping, een bewuste keuze of biologie die ons drijft richting het witte uniform?
Ik zou het een eer vinden als mijn dochter er zo één blijkt die denkt om een ander. Die hard kan werken en goed kan nadenken. Die kan (aan)sturen en helpen. Maar liever zag ik in haar haar vaders DNA-patroon terug. Zodat ze in de financiële sector een goed betaalde baan gaat krijgen. Met respect en pauzes én schone handen. Daar zit ze. Stethoscoop in haar mini-oortjes, te luisteren naar de problemen van haar pop.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account