De bewaking van moeder en kind tijdens de bevalling is veelal onder de maat. De meest gebruikte methode in Nederland levert alleen onder ideale omstandigheden goede gegevens op.
In noodsituaties kunnen de resultaten van deze methode waarbij de hartslag
van het kind en de weeën van de moeder geregistreerd worden, onvoldoende zijn om
de risico’s goed in te schatten. Bij de meest gebruikte methode wordt een US
transducer op de buik van de moeder geplaatst. De inwendige methode, waarbij een
elektrode op het hoofd van het kind geplaatst wordt, levert kwalitatief veel
betere gegevens, maar wordt veel minder gebruikt. Dit is de belangrijkste
conclusie uit het onderzoek van Petra Bakker. Bakker deed haar onderzoek in Medisch Spectrum Twente en VU medisch centrum
in Amsterdam, waar zij 18 april promoveert.
van het kind en de weeën van de moeder geregistreerd worden, onvoldoende zijn om
de risico’s goed in te schatten. Bij de meest gebruikte methode wordt een US
transducer op de buik van de moeder geplaatst. De inwendige methode, waarbij een
elektrode op het hoofd van het kind geplaatst wordt, levert kwalitatief veel
betere gegevens, maar wordt veel minder gebruikt. Dit is de belangrijkste
conclusie uit het onderzoek van Petra Bakker. Bakker deed haar onderzoek in Medisch Spectrum Twente en VU medisch centrum
in Amsterdam, waar zij 18 april promoveert.
Slechte conditie
Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw wordt vrijwel bij elke
ziekenhuisbevalling, ongeacht het risico, de conditie van het ongeboren kind
tijdens de bevalling bewaakt. Hierbij worden de hartfrequentie van de foetus en
de weeënactiviteit van de moeder geregistreerd en grafisch weergegeven in de
vorm van een
cardiotocogram (CTG). Er zijn twee methoden beschikbaar: de uitwendige en de
inwendige methode. Het doel van cardiotocografie is het verminderen van het
risico op de geboorte van een baby in slechte conditie en daarmee het risico op
latere handicaps of zelfs sterfte tijdens of kort na de geboorte.
ziekenhuisbevalling, ongeacht het risico, de conditie van het ongeboren kind
tijdens de bevalling bewaakt. Hierbij worden de hartfrequentie van de foetus en
de weeënactiviteit van de moeder geregistreerd en grafisch weergegeven in de
vorm van een
cardiotocogram (CTG). Er zijn twee methoden beschikbaar: de uitwendige en de
inwendige methode. Het doel van cardiotocografie is het verminderen van het
risico op de geboorte van een baby in slechte conditie en daarmee het risico op
latere handicaps of zelfs sterfte tijdens of kort na de geboorte.
Zuurstofnood
Bakker bestudeerde de kwaliteit van deze bewakingsmethoden in de dagelijkse
praktijk. Uit haar onderzoek blijkt dat vooral de kwaliteit van de uitwendige
bewaking veelal onvoldoende is. Het percentage signaalverlies is soms zo hoog
dat het foetale hartfrequentiepatroon en de weeënactiviteit niet meer te
herkennen zijn en beoordeling van de resultaten dus niet goed mogelijk is. Het
ontwikkelen van zuurstofnood bij het ongeboren kind kan daardoor onopgemerkt
blijven. Signaalverlies treedt vooral op tijdens het persen, juist de fase van
de baring waarin het risico op een slechte uitkomst voor het ongeboren kind het
hoogst is.
praktijk. Uit haar onderzoek blijkt dat vooral de kwaliteit van de uitwendige
bewaking veelal onvoldoende is. Het percentage signaalverlies is soms zo hoog
dat het foetale hartfrequentiepatroon en de weeënactiviteit niet meer te
herkennen zijn en beoordeling van de resultaten dus niet goed mogelijk is. Het
ontwikkelen van zuurstofnood bij het ongeboren kind kan daardoor onopgemerkt
blijven. Signaalverlies treedt vooral op tijdens het persen, juist de fase van
de baring waarin het risico op een slechte uitkomst voor het ongeboren kind het
hoogst is.
Lees ook:
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account