1. Het aantal ouderen met een beperking neemt de komende jaren…
A. toe
B. af
2. Bij mensen met een lichte verstandelijke handicap treedt veroudering op vanaf:
A ongeveer 55 jaar
B ongeveer 60 jaar
C ongeveer 65 jaar
3. Mensen met een (zeer) ernstige verstandelijke handicap verouderen al vanaf:
A 40 jaar
B 50 jaar
C 60 jaar
4. Een depressie bij iemand met een verstandelijke beperking kan zich uiten door:
A verergering van gedrag dat al langer aanwezig is
B verlies van interesse in zichzelf en in de omgeving
C geen van beide
D beide
5. Signalen die kunnen wijzen op dementie zijn:
A moeilijker praten, verwardheid en motorische achteruitgang
B urine-incontinentie, slapeloosheid en spierschokjes
C moeilijker praten, urine-incontinentie en slapeloosheid
6. Mensen met het syndroom van Down en het syndroom van Potter hebben een verhoogd risico op diabetes
A Dat is waar
B Dat is niet waar
7 Mensen met een verstandelijke beperking hebben over het algemeen … kracht en uithoudingsvermogen dan mensen zonder een verstandelijke beperking
A meer
B minder
8. Verandering in gedrag kan een signaal zijn voor beginnende dementie.
A dat is waar
B dat is niet waar
Elk goed antwoord levert één punt op. Tel al je punten bij elkaar op en bekijk de uitslag!
Antwoorden: 1 A, 2 C, 3 A, 4 D, 5 A, 6 B, 7 B, 8 A.
Uitslag 0-3 goed
Je weet nog niet voldoende.
3-6 goed De belangrijkste dingen weet je.
6-8 goed Je hebt het helemaal begrepen!
Klik hier om je kennis te testen in een andere kennisquiz!