De Hogeschool Arnhem Nijmegen kreeg de ‘Kwakzalverprijs’ voor twee opleidingen. Nursing vroeg de mening van Marion Giesberts, opleider, trainer en adviseur voor de post-hbo-opleidingen van HAN VDO in het domein van pijn, palliatieve en complementaire zorg.
De studies Neurolinguïstisch Programmeren en Verpleegkundige Complementaire Zorg van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) zouden niet evidence based zijn, en daarom onterecht geaccrediteerd. De Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) vindt het zorgwekkend ‘dat de HAN in deze tijd van personeelstekorten verpleegkundigen weg wil lokken van hun serieuze reguliere taken met onderwijs in kwakzalverstechnieken’. De HAN heeft de Meester Kackadorisprijs toch in ontvangst genomen.
1. Wat vind je van het VtdK-standpunt?
‘De VtdK veronderstelt dat alle medische reguliere zorg volledig evidence based is. Wat niet waar is. En dat complementaire zorg volledig niet evidence based of theoretisch verklaarbaar is. Wat ook niet waar is. Net zoals reguliere interventies zijn veel complementaire interventies in verschillende mate wetenschappelijk onderbouwd. Veel vormen van complementaire zorg zijn volledig theoretisch verklaarbaar. Bij pijn bijvoorbeeld, kun je op basis van de poorttheorie de werking verklaren van onder andere massage, ontspanning en TENS.’
2. De beschikbaarheid van evidence is dus geen sterk criterium?
‘De definitie van kwakzalverij is bijzonder: namelijk alle niet-evidence based zorg. Sommige verpleegkundige interventies die kort geleden nog normaal waren (zoals ontsmetten voor injecties) vallen dan ook onder kwakzalverij. Complementaire zorg zou bovendien niet theoretisch verklaarbaar zijn, wat echter ook geldt voor sommige medische behandelingen. Denk aan paracetamol of lithium. We weten dat deze middelen effectief zijn, maar niet precies hoe ze werken. Je kijkt dus niet alleen of de werking van een behandeling theoretisch te verklaren is, maar ook naar het effect op de patiënt.’
3. Wat is volgens jou de kracht van complementaire zorg?
‘Patiënten verwachten zelden genezing van complementaire zorg, maar zijn blij zelf iets te kunnen doen aan mogelijke verlichting van hun problemen. Ofwel het maakt deel uit van zelfmanagement en dat is wat de overheid ook graag wil van patiënten. Complementaire zorg is aanvullend en door de aard van de interventies heel gemakkelijk in de zorg te integreren. Veel van deze interventies worden al door zorgverleners ingezet binnen hun eigen domein. In die zin is er eigenlijk niks complementairs aan.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account