Wijkverpleegkundige Esmée Verschoor werkt voor het laatst in haar oude team. Afscheid nemen vindt ze een verschrikking.
Heb jij ook iets bijzonders meegemaakt, mail dan naar nursing@bsl.nl Bij plaatsing nemen we eerst contact op en ontvang je als dank het boek ‘Humor als verpleegkundige interventie 2.0’
Het is vandaag mijn laatste werkdag in mijn ‘oude’ team. Na een half jaar als wijkverpleegkundige in dit team heb ik met een aantal cliënten toch een hechte band ontwikkeld. Bizar toch? Soms vraag ik me af wat een cliënt-zorgverlenerrelatie inhoudt. Want laat ik eerlijk zijn, sommige cliënten voelen als familie.
Ze zouden mijn opa of oma, soms zelfs vader, moeder of vriendin kunnen zijn. Het komt dichtbij. Natuurlijk is dat precies dat wat banden met bepaalde cliënten zo bijzonder en hecht maakt.
Afscheid
Van een aantal cliënten wil ik in het bijzonder afscheid nemen, hoewel ik een kluns en verschrikking ben daarin. Maar goed, we gaan ervoor. Half acht naar de eerste cliënt. Voor mij een echtpaar waar ik enorm tegenop kijk en van wie ik houd met heel mijn hart. Ze zijn ontelbaar veel jaren samen, hebben prachtige kinderen en kleinkinderen. Samen maken ze uitjes, hij kan namelijk nog autorijden. Mijn laatste bezoek is wegens drukte al een maand of twee geleden. Collega’s hebben het echtpaar het nieuws over mijn vertrek al verteld. Ik parkeer mijn auto op het erf, open de poortdeur en stap door het gangetje het huis binnen.
Knuffelen
Ze ziet me de keuken inlopen, staat perplex op en omhelst me zoals geen ander zou kunnen. Een kop kleiner dan ik, maar knuffelen kan ze als de beste. Ik omhels haar terug en bij ons allebei rollen tranen over onze wangen. ‘Lekker sentimenteel! Jij groot ei, stop ermee!’, denk ik in mezelf. Maar het gaat niet, tranen blijven rollen. Het besef dat ik deze pracht van een vrouw voor de laatste keer zie, slaat toe. ‘Ik ga je missen. Ik vind het niet leuk dat je ons verlaat.’ ‘Ik ga jullie evenveel missen’, antwoord ik. Misschien zelfs nog wel meer. Haar man loopt binnen terwijl we onze tranen wegvegen. De mascara zit overal en we hebben allebei rode oogjes. ‘Maah jankbalken, hebben jullie nu zitten huilen?’, zegt hij. ‘Ja erg hè! Het zal wel vrouweigen zijn’, antwoord ik met een grinnik in mijn stem. Mevrouw begint ook te lachen.
Zorgverlener
Ik blijf erbij. Sommige cliënten staan in mijn geheugen gegrift en zullen dat blijven. Deze mensen zijn daar een voorbeeld van. De intensiteit, het medeleven van beide kanten, de interesse in elkaars leven, in het verleden, de verhalen, emoties, karakters, levenslust. Het maakt wie ze zijn. Meer dan ooit besef ik dat een cliënt-zorgverlenerrelatie bij sommige cliënten als ‘meer’ voelt. En dat, dat maakt mij dankbaar voor mijn werk en een gelukkig mens tot in de kleinste vezels van mijn lijf.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account