Het inzetten van telezorg in de palliatieve setting – zoals een digitaal symptoomdagboek en webcamconsulten – kan tegenvallen. Dat concludeert verpleegkundedocent en onderzoeker Annemarie van Hout uit een deelstudie van haar promotieonderzoek.
Een groep oncologische verpleegkundigen startte een telezorgproject met webcamconsulten en een digitaal symptoomdagboek. Het doel was om hun patiënten beter in de gaten te kunnen houden en veranderingen in symptomen sneller op te kunnen sporen en behandelen.
Symptoomdagboek niet altijd ingevuld
In de praktijk bleek het project anders uit te pakken dan de verpleegkundigen hadden gedacht. Niet alle patiënten vulden het digitale symptoomdagboek in. Daarbij hadden de verpleegkundigen soms het gevoel dat ze de patiënten dit symptoomdagboek opdrongen, wat niet overeenkwam met hun doel om patiënten de regie te laten behouden. Ook was het symptoomdagboek voor sommige patiënten beangstigend, omdat zij geconfronteerd werden met symptomen die ze niet hadden maar in de toekomst wel konden krijgen.
Webcamgesprekken moeilijk in het begin
De verpleegkundigen moesten verder wennen aan de webcamgesprekken. Eén van de verpleegkundigen gaf bijvoorbeeld aan dat hij minder makkelijk stiltes liet vallen. Naarmate de verpleegkundigen meer ervaring opdeden, gingen de webcamgesprekken hen wel beter af. Van Hout concludeert dat verpleegkundigen leren door te doen en telezorg zo steeds beter aanpassen aan de zorgpraktijk.
Annemarie van Hout. Understanding telecare construction work. Proefschrift Universiteit van Amsterdam, juni 2019.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account