Verpleegkundigen vinden dat ze met palliatieve sedatie niet altijd in het belang van de patiënt (kunnen) handelen. Ze zijn het niet altijd eens met de beslissing van de arts om de sedatie te starten of juist uit te stellen, en kunnen zich daarin machteloos en onder druk gezet voelen.
Dat blijkt uit interviews met 36 Nederlandse verpleegkundigen, een onderdeel van het promotieonderzoek van verpleegkundige Ineke Lokker. Verpleegkundigen lijken het vaakst morele dilemma’s te ervaren bij palliatieve sedatie wanneer de arts de patiënt niet goed kent, wanneer de arts weinig ervaring met palliatieve sedatie heeft en in gevallen dat de patiënt geen end-of-life plan had. Ze vragen zich dan bijvoorbeeld af of de arts andere mogelijkheden om het lijden te verlichten voldoende onderzocht heeft.
Alternatieven
Een verpleegkundige beschrijft in het interview dat zij het gesprek met zo’n arts alleen aangaat als ze alternatieven voor kan stellen. Naast meningsverschillen met de artsen beschrijven de verpleegkundigen dat ze het soms moeilijk vinden als de familie verzoekt om de sedatie sneller te starten of te verzwaren. In die gevallen hebben zij de indruk dat de familie het zwaarder heeft met de stervensfase dan de patiënt zelf. Volgens Lokker staan verpleegkundigen sterker als ze meer kennis zouden hebben van de richtlijnen en afwegingen rondom palliatieve sedatie.
Ineke Lokker. Acknowledging different perspectives: burden and management of symptoms in the last phase of life. Proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam, oktober 2018.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account