Diabetespatiënten die de nieuwe antidiabetica gebruiken hebben een twee maal zo hoge kans op acute pancreatitis vergeleken met patiënten die gangbare medicatie als metformine en insuline gebruiken.
Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek dat onlangs is gepubliceerd in JAMA International Medicine. Het onderzoek richtte zich op het gebruik van GLP-1-agonisten en DDP-4-remmers. Concreet ging het om sitagliptine (Januvia) en exenatide (Byetta).
Afgeraden in Nederland
Al in 2010 raadde het Nederlands Huisartsen Genootschap het gebruik van de twee nieuwe diabetesmiddelen af. De DPP-4-remmers en de per injectie toe te dienen GLP-1-agonisten waren destijds nieuwe bloedglucoseverlagende middelen voor de behandeling van type- 2 -diabetespatiënten. Met name omdat er geen gegevens waren over lange termijn effecten op morbiditeit, mortaliteit en veiligheid werd het gebruik van DPP-4-remmer en GLP-1-agonisten in de huisartsenpraktijk ontraden.
Onderzoek
De Amerikaanse onderzoekers voerden een case-controlstudie uit onder 1269 patiënten met diabetes type 2 die in het ziekenhuis werden opgenomen met acute pancreatitis. Vervolgens werd deze groep gematcht met 1269 patiënten met diabetes type 2 die geen pancreatitis hadden. Nadat de onderzoekers hadden gecorrigeerd voor verschillen in gewicht, alcoholgebruik en de aanwezigheid van galstenen, bleek dat in de groep met pancreatitis significant meer mensen de op GLP-1 gebaseerde medicamenten exenatide of sitagliptine gebruikten.
Bijwerkingen
Uit dierstudies tijdens de ontwikkeling van deze medicamenten bleek al dat acute pancreatitis een mogelijke bijwerking was. Deze studie evalueert voor het eerst dit risico bij mensen. De onderzoekers vermoeden dat deze middelen leiden tot de vorming van laesies en de proliferatie van kanaaltjes in de alvleesklier. Op deze wijze kan een onstekingsreactie ontstaan.
Pharmaceutisch Weekblad
Door: redactie Nursing, Nienke Berends
Beeld: Arno Massee
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account