Over pijn kunnen onder verpleegkundigen de verkeerde verhalen de ronde doen. Verplegingswetenschapper en pijnverpleegkundige Jacqueline van Dijk zet de belangrijkste fabels en feiten voor je op een rij.
- Paracetamol is altijd de eerste stap bij postoperatieve pijn
‘Feit. Vaak vinden patiënten paracetamol niet zo waardevol, omdat het een middel is met een licht pijnstillende werking. “Dat slik ik niet, want het werkt niet. Heb je niet wat sterkers?” is dan de vraag die verpleegkundigen krijgen. Paracetamol heeft als pijnstiller vaak niet zo’n goede naam onder patiënten. We denken wel eens: als we het onder een andere naam op de markt zouden brengen, zouden patiënten het eerder accepteren. Maar het heeft dus wel degelijk effect en is het eerste wat je inzet bij pijn. Dit kun je als verpleegkundige zeggen tegen de patiënt. Of “baat het niet dan schaadt het niet”. Het is een lichte pijnstiller met bijna geen bijwerkingen.’
- Het uiten van pijn is cultuurgebonden
‘Feit. Je merkt dat mensen uit de noordelijke landen in Europa zich vaak anders uiten dan in de zuidelijke landen. De typisch noord Europese opvatting is: je moet flink zijn, niet aanstellen, doorzetten. In zuidelijke landen uit men de pijn anders. Het kan dus voorkomen dat iemand uit het zuiden een hogere pijnscore aangeeft terwijl je dat niet zou verwachten. Vaar dus als verpleegkundige niet blind op die pijnscore, maar kijk ook hoe de patiënt zich gedraagt: komt hij makkelijk uit zijn bed? Lijkt zijn pijngedrag anders te zijn als zijn familie erbij is? Of zegt de patiënt dat de pijn draaglijk is maar kan hij niet doorzuchten en ophoesten. Of weigert de patiënt opioiden omdat hij bang is verslaafd te raken. Dat zijn allemaal dingen die je in de gaten moet houden. Die oplettendheid geldt dus voor elke patiënt.’
- Je moet pijnstilling voorschrijven als de NRS score hoger dan 3 is.
‘Fabel. Dit is absoluut niet waar. Er zijn mensen die een pijnscore boven de drie dragelijk vinden, of dragelijk moeten vinden omdat het chronische pijn is, en er soms niets aan te doen is. Als een patiënt pijnscore vijf aangeeft, en weet dat de volgende stap opioïden is en de patiënt heeft bijwerkingen ervaren van opioïden, dan kan hij de pijn soms ook voor lief nemen. Belangrijk is dat de patiënt kan functioneren als voorheen bij de pijn van dat moment. Dus altijd doorvragen na het vragen om een pijnscore van 0 tot 10.’
- Verpleegkundigen mogen geen vier of hoger opschrijven in het dossier, omdat de Inspectie ons daarop afrekent.
‘Fabel. Voorheen moesten pijnscores hoger dan 7 aangeleverd worden aan de Inspectie. Maar inmiddels weet de IGJ dat er patiënten zijn die een pijnscore boven 3 evengoed dragelijk vinden. Voorheen vond de Inspectie het onacceptabel dat de pijnscore in veel ziekenhuizen hoger dan vier was. Dus hebben ze in 2009 de grens aangepast naar hoger dan 3, omdat ze wilden dat pijn van patiënten beter behandeld werd. Hierdoor ligt overbehandeling op de loer. Daarnaast moet je op meer signalen letten die te maken hebben met pijn, dan alleen de pijnscore. Sommige patiënten kunnen namelijk ook met opzet een hoge pijnscore noemen, omdat ze hopen hiermee pijnstilling te krijgen, terwijl dit eigenlijk niet nodig is. Soms heeft de patiënt de verwachting dat hij pijnvrij is na de operatie. Nu blijkt dat we in Nederland wat doorgeschoten zijn met het naar beneden bijstellen van de grens van de pijnscore, zijn er nieuwe kwaliteitsindicatoren: ziekenhuizen worden er niet op afgerekend als verpleegkundigen een pijnscore hoger dan 3 noteren. Het is dus zeker van belang dat je als verpleegkundige eerlijk blijft opschrijven welke pijnscore de patiënt noemt. De IGJ heeft die grens is nooit zo bedoeld. Je hoeft de pijn niet per se met pijnmedicatie te behandelen maar kan ook met niet farmacologische interventies behandeld worden. Het ligt dus niet alleen aan die grens > 3. Je kunt ook denken aan niet-farmacologische interventies, zoals een warme handdoek als iemand last van zijn rug heeft, een warme kruik, een andere houding of afleiding.’
- Alleen pijnscore kleiner of gelijk aan 3 is goed.
‘Ook dit is niet waar. Je moet veel meer vragen stellen. Er zijn mensen die getal kleiner dan drie pijn niet dragelijk vinden. Het komt voor dat wanneer een patiënt zijn pijn een 4 of 5 geeft, en de pijn dragelijk vindt, de verpleegkundige dan zegt: “Nee, dat klopt niet, pas als u lager dan een vier aangeeft, is de pijn dragelijk.” Dan voelt de patiënt zich dus gedwongen om óf te liegen over zijn pijnscore, en een getal lager dan 3 te noemen, óf de pijnmedicatie te accepteren. Dat kan niet de bedoeling zijn. Uit mijn promotieonderzoek blijkt dat 65 procent van de patiënten na een operatie de pijn met een score van 4, 5 of 6 als dragelijk omschrijven en geen (extra) pijnstilling willen. Van alle patiënten geeft ruim een vierde een van deze scores. Rigide gebruik van de NRS-scores kan tot overbehandeling leiden. Daarnaast kan de patiënt in rust een pijnscore kleiner of gelijk aan 3 hebben en moet je nog wel controleren of de patiënt kan functioneren als voorheen.’
- Als je acute pijn niet adequaat behandelt, is er reële kans dat de patiënt chronische pijn eraan overhoudt.
‘Feit. Op de pijnpoli krijgen we veel patiënten die ooit geopereerd zijn geweest, die postoperatief veel pijn hebben gehad. Als je de pijn adequaat behandelt, is die kans kleiner, blijkt ook uit wetenschappelijk onderzoek. Dus je moet als verpleegkundige altijd kritisch kijken in overleg met de patiënt wat de juiste pijnbehandeling is na de operatie.’
- Je moet heel erg oppassen bij het toedienen van morfine, omdat de patiënt algauw verslaafd kan raken.
‘Fabel. Dit is niet waar. Ik merk dat verpleegkundigen al in de eerste dagen na een operatie bang zijn dat een patiënt verslaafd raakt. Daardoor hebben ze de neiging terughoudend te zijn met pijnmedicatie . Die angst is echt onterecht. Het kan dat iemand na drie maanden nog steeds opioïden gebruikt, het is goed om dan na te gaan wat de reden hiervoor is. In de eerste dagen na een operatie hoef je niet bang te zijn dat een patiënt verslaafd raakt aan opioïden. Het is trouwens altijd goed om als verpleegkundige alert te zijn op de signalen van verslaving aan pijnmedicatie. Bijvoorbeeld als iemand een andere verslaving heeft (gehad) zoals een alcoholverslaving of gameverslaving. Of als hij heel erg gefixeerd is op het krijgen van opioïden, het zogenmaande ‘craven’. Maak hier dan verslag van en meldt het bij de arts, zodat iedereen er alert op is of vraag advies aan het chronisch pijnteam.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account