Annemiek weet best dat de katoenen neusmondmaskers die ze maakte niet beschermen tegen het coronavirus. Maar het maakt de cliënten en hun familie wel alert. Dit is serieus.
‘Er is wel wat bezoek hoor,’ zegt de zoon van de cliënt terwijl hij mij binnenlaat. Zijn moeder ligt in een bed in de huiskamer.
In de gang doe ik mijn jas uit, schone handschoenen aan en bind een zelfgemaakt neus/mondkapje voor. Ik loop naar de deur van de huiskamer en blijf op de drempel staan.
6 paar ogen kijken mij aan. Een bezoeker zegt: ‘Nou, nou, dat ziet er serieus uit.’ Even voel ik mij niet op mijn gemak. Maar dan verman ik me en ga ervoor. Ik vertel het verhaal dat we deze dagen regelmatig vertellen. Dat we zuinig zijn op onszelf, op onze cliënten en iedereen waarmee we in contact komen. Dat we alles doen om het coronavirus binnen de perken te houden. Dat we alleen nog komen voor noodzakelijke zorg.
Ik blijf op de drempel staan. Leg uit dat ik niet binnen kom als er zoveel mensen zijn. Som het rijtje voorschriften op: Blijf thuis, houdt 1,5 meter afstand, bezoek geen kwetsbare mensen.
Ik vind het een lastig gesprek. Ik sta hier mensen de les te lezen. Dat is niet hoe ik normaal te werk ga. Maar het is nu niet normaal. Het is nu niet vragen óf, maar vertellen dát!
Natuurlijk heb ik er alle begrip en waardering voor dat er aan de zieke gedacht wordt. Dat mensen naar elkaar omkijken. Maar dat moet nu op een andere manier dan dat we gewend zijn.
Een zelfgemaakt stoffen neusmondkapje biedt geen bescherming tegen het gevreesde coronavirus, dat weet ik ook wel. Maar wat het zéker doet is de aandacht vestigen op wat er aan de hand is. Een aanleiding geven tot een gesprek over wat verstandig is nu te doen, en vooral te laten. Het stemt mensen tot nadenken. Het maakt zichtbaar wat je in huis makkelijk weg kunt drukken.
En als de cliënt (of ik) per ongeluk een kuchje laat ontsnappen, of met consumptie praat, zit er toch een kleine barrière tussen ons. Want die 1,5 meter die kunnen we niet aanhouden.
Het maakt mij er bewust van dat ik af en toe toch mijn gezicht aanraak, hoewel ik weet dat ik dat niet moet doen. En zo zijn er nog meer van die ‘kleine’ dingen.
Er zijn veel redenen waarom ik een neusmondmasker niet prettig vind en evenzoveel redenen waarom ik het af zou kunnen laten. Maar dat is nou net wat ik niet moet doen: bedenken waarom ik een uitzondering zou zijn op de regels die we met z’n allen hebben afgesproken.
Net zoals mijn gesprek met het ziekenbezoek. Zij hebben hun eigen redenen om op bezoek te gaan en vinden dat het nog wel kan. Maar dat is niet wat we hebben afgesproken. De afspraak is dat we alles doen om erger te voorkomen. Als mijn neusmondmasker en handschoenen het bewustzijn daarover aanwakkeren, prima!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account