Invalkrachten. Bij ons heten ze ‘poolers’. Poolkrachten, spierbundels uit een bak met reserveplegen. En spierbundels, dat zijn het. Uit allerlei hoeken worden ze vandaan gehaald; net van school, uit andere ziekenhuizen, of door een uitzendbureau uit een andere provincie soms.
En invalkrachten zijn tegenwoordig niet alleen voor bij ziekte. Vanwege besparingen is mijn team ‘op dieet’. We hebben minder eigen mankrachten. Waar het echt niet lukt met ons kleinere team, bellen bazen op het laatste nippertje of er nog iets in de ‘pool’ zit. Tja en dan is het natuurlijk afwachten wat er komt.
Sommige poolers zijn bijna vaste krachten door dat dieet van ons. Sommigen heb ik nog nooit eerder ontmoet. Er zijn er een paar die voor het eerst een voet zetten in mijn ziekenhuis. Dapper, ik moest daar niet aan denken, zo’n compleet nieuw ziekenhuis. Maar het zijn gewoon sterren op het gebied van verplegen. Ze kennen alleen niet onze boekhouding en inlogcodes. Dan moet je veel samenwerken.
En samenwerken is gezellig. Maar het kan ook frustreren, als je eigenlijk je eigen dingen moet oplossen, maar hij of zij heeft je nodig. Geregeld is het iets meer zweten en een hogere hartfrequentie, als je met onbekende krachten werkt.
Maar lieve, onbekende krachten en alle anderen, begrijp me niet verkeerd. Ik ben zo blij dat ze / jullie er zijn! Ook al weet je maar de helft, dan ben je nog zo welkom. Beter dat ik jouw vragen moet beantwoorden, dan dat ik jouw werk er nog bij moet doen. Dus kom maar en vraag maar en negeer mijn onbewuste wenkbrauwzakken. Ik heb het druk, maar ik ben wel blij dat jij er bent!
Hoe meer je vraagt, hoe minder je de volgende keer nog moet weten. En liep ik niet ooit ook zo over afdelingen? Ja, dat was ik bijna vergeten. Ik vroeg alles. Omdat ik nogal wat moest weten. Omdat ik flink wat verantwoordelijkheden tegelijk moest dragen. Ik voelde die last en vroeg dan iemand om een beetje mee te helpen tillen. Ik wist al heel veel, maar gewoon nog van alles net niet alles.
Lieve, vaste collega’s op afdelingen elders… vergeet niet dat ook jij vragen hebt gesteld, iemand mogelijk aan het zuchten hebt geholpen. Vergeet niet dat invalkrachten komen helpen en wel met de beste bedoelingen.
Maar ik hoor dus van invalcollega’s dat ze zich soms niet welkom voelen. Dat ze genegeerd worden in de pauzes. Dat ze hopla in het diepe worden gesmeten en achteraf te horen krijgen wat er allemaal anders had gemoeten. Zoiets als een jong kind in een diep zwembad smijten voor zwemles nummer één en dan foeteren als het bijna verdrinkt. Je kunt niet zwemmen, zodra je water raakt. Je kunt niet verplegen, zodra je een wit pak aan hebt. Je kunt wel je best doen. Veel vragen en daardoor snel leren. En als vaste collega evenzo je best doen. Die vragen beantwoorden of af en toe, ondanks je drukte, even horen hoe het met haar gaat.
Misschien moeten wij, vaste krachten, laten zien hoe ongelofelijk flexibel wij zelf zijn en het werk anders inzetten. Misschien moet zij niet kamer 1 en 2 doen en jij 3 tot en met 7. Misschien moeten jullie samen al die kamers bemannen. De vaste kracht houdt het overzicht. De onbekendere werkt meer taakgericht. Als dat nodig is, waarom niet? Dan kom je elkaar geregeld tegen. Weet je van elkaar wat er speelt. Leer je elkaar kennen en op elkaar bouwen. Waarom niet soms gewoon even iets anders proberen? Even uit de starre regels van patiëntenverdelen.
Even samen een heel schip, in plaats van beiden een halve. Volgens mij is samen roeien een stuk lichter en wellicht voorkom je zo zinken!

Vakantietijd is hard werken, en door personeelskrapte vaak roeien met de riemen die je hebt. Hoe kunnen invallers en vaste krachten elkaar het beste helpen? Lees meer>>>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account