De vakantieperiode is in volle gang en dat betekent nog harder werken om verantwoorde zorg te blijven leveren. Het zit flexverpleegkundige Helinda Rijnbout niet lekker. Met haar gastblog hoopt ze aandacht te krijgen voor een vraag die haar al een poos dwarszit.
Als flexverpleegkundige in de regio Utrecht heb ik de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan in een groot aantal instellingen. Met name in de intramurale ouderenzorg, want daar zijn de tekorten het ergst. Ik krijg bijna dagelijks spoedberichten van het uitzendbureau. Met altijd weer die vraag of ik diezelfde dag, avond of nacht nog ergens een dienst kan draaien. Met name nu in de vakanties is het een drama. Ook voor de afgelopen meivakantie ontving ik een lijst met 95 openstaande diensten waaruit ik kon kiezen. De uitzendbureaus zeggen vorige zomer met hun handen in het haar gezeten te hebben.

Lees ook het artikel ‘Lang leve de zomer en de invalkracht’ in Nursing juli-augustus. Kies een abonnement>>>
Als flexer hoor ik vreselijk veel van wat er gaande is binnen de zorg. Ik signaleer de leemtes, de overbelasting. Ik weet dat er vaak ziekmeldingen zijn. En dat vaste medewerkers dan hun collega’s thuis bellen met de vraag of ze alsjeblieft nog willen komen. Vaak zonder resultaat, zoals die ene keer laatst. Toen probeerde een wat oudere verzorgende nog vervanging te vinden voor iemand die ziek was. Ze heeft een contract van 16 uur per week, maar werkt er standaard 36, vertelt ze. Als er niemand geregeld kan worden, gaat ze zelf maar weer. Tussen haar drukke werkzaamheden door is zij die hele ochtend aan het bellen en helpt mij ook nog door een paar mensen al hun ontbijt te geven. Wat super, zo’n samenwerking! Rond 11.00 uur breng ik de mevrouw die ik het laatst geholpen heb naar de eetkamer. Zij krijgt daar haar ontbijt en om 12.30 uur haar warme maaltijd. Vraag me af of ze daar dan alweer trek in heeft.
De vaste medewerkers werken zich drie slagen in de rondte. En dan te bedenken dat het constant moeten inwerken van flexers intensief is en wéér extra tijd en energie kost. Dat schiet er dan ook wel eens bij in. Laatst werd ik bijvoorbeeld opgeroepen voor een dienst in een kleinschalige woonvorm, met dementerenden die ik medicijnen of insuline moest geven. Ik wist níks van die bewoners, zelfs hun namen niet. Zelf konden ze dat natuurlijk ook niet aangeven. Als ik wat wilde vragen moest ik de gang door naar de andere woning en de zorgverlener daar kon haar groep ook niet alleen laten. Bovendien geeft weglopen bij deze groep bewoners veel onrust. ‘Dit is gekkenwerk’, kwam steeds in me op.
Als flexer zie de betrokkenheid van de medewerkers, maar ook hoe een verzorgende er in de loop van de ochtend steeds vermoeider uit gaat zien. ‘Hoe lang houdt ze dit nog vol?’ vraag ik me af en maak me zorgen om haar en al die andere zorgwerkers, die de tijd en energie niet meer hebben om te protesteren tegen alles wat zij op hun bordje krijgen. Het zijn de harde werkers, vrouwen voornamelijk, met de ‘doorgaan tot je erbij neervalt’ mentaliteit. Ik ben echt verbaasd dat verpleegkundigen, verzorgenden en andere medewerkers in de zorg zich zó lang maar blijven aanpassen. Dit kan toch zo niet langer? Wanneer is de grens bereikt?

Helinda zet zich nu ook in voor de actie Red de Zorg. Voor meer informatie: www.fnvvoorzorg.nl
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account