Directeur en oud-verpleegkundige van KinderThuisZorg Nederland Jacqueline Kasten pleit voor meer inspraak van verpleegkundigen in zorginstellingen. Dat heeft de commotie rond de Wet BIG II haar geleerd.
In de discussie rondom de Wet BIG II ontstaan er bij mij als werkgever nieuwe gedachten over een nieuwe zorgwereld. Wat mij betreft een zorgwereld waarin de zorgprofessionals bepalen hoe zij hun werk moeten uitvoeren en waarin ik als werkgever hen faciliteer om dit te kunnen bereiken.
Ik vraag me bijvoorbeeld steeds vaker af waarom ik als werkgever/directeur bij allerlei werkgroepen word gevraagd waar het toch echt over de inhoud van het kinderverpleegkundig vakgebied gaat. Als ik daar zit, zitten er (meestal) geen kinderverpleegkundigen aan tafel maar wel werkgevers of andere belangenbehartigers.
Ik ben zelf oud-verpleegkundige maar mag me niet meer zo noemen en ik ben zeker geen kinderverpleegkundige. Wat maakt dan dat ik daar meerwaarde heb ten opzichte van degenen die het werk daadwerkelijk uitvoeren? Maakt dit mij eigenlijk niet hetzelfde als de partijen die de Wet BIG II bedacht hebben; praten over zaken waar ik niet dagelijks mee te maken heb vanuit mijn beroep?
Ik twijfel oprecht aan het hedendaagse model. In de Wet BIG II-discussie werd duidelijk dat belangenbehartigers niet altijd de belangen van verpleegkundigen behartigen. De discussie heeft mij bewuster gemaakt en tegenwoordig vraag ik direct een kinderverpleegkundige om aan te schuiven. Zodat zij rechtstreeks kan vertellen hoe en wat zij nodig heeft om haar beroep goed te kunnen uitoefenen.
Vorige week nog belde een zorgverzekeraar en stelde vragen over de wijze waarop onze kinderverpleegkundigen de indicaties stellen. Ik heb hem direct doorverwezen naar mijn collega-kinderverpleegkundige. Zij kon veel beter dan ik onderbouwen waarom ze op een bepaalde wijze had gehandeld. Ik moest erg lachen toen ze het telefoontje afsloot met: ‘En het is niet KinderThuisZorg Nederland die dit vindt maar dit vinden wij als kinderverpleegkundigen.’ Het emotioneerde me en maakte me trots. Zij stond daar voor haar vak.
We zijn in Nederland verworden tot een consensusland. Jan en alleman mag meepraten over zaken waar hij geen verstand van heeft en samen nemen we uiteindelijk een besluit waarover iedereen tevreden kan zijn. We hebben met het wetsvoorstel BIG II gezien wat hiervan het resultaat kan zijn.
Terugkijkend (en dat is altijd eenvoudig dus geen kritiek) had alleen de beroepsgroep het idee van de Wet BIG II mogen uitwerken, zonder invloed van andere partijen. Ik geloof oprecht dat zonder de lobby van opleidingen, bonden, werkgevers en andere partijen die inhoudelijk weinig begrijpen van het verpleegkundig vak, dit voorstel niet eens bij de minister was terechtgekomen.
Ik ben blij met hetgeen veel verpleegkundigen op dit moment doen. Ze reageren op de Wet BIG II. Zij ageren niet tegen functiedifferentiatie maar tegen beroepsdifferentiatie. Dat is een groot verschil. Als het gaat over functiedifferentiatie hoeft die wat mij betreft niet te gaan over genoten vooropleidingen maar moet die gaan over de competenties van de (kinder)verpleegkundige. En geloof me, daar zijn zij snel uit en hebben er niemand anders bij nodig.
Vind ik het goed dat dit is gebeurd? Ja! Ondanks de pijn en ellende die het voor velen met zich meebracht. Het was onvermijdelijk dat dit ging gebeuren en het is een grote wake-up-call. Een wijze les die ons leert dat de houdbaarheidsdatum van ons huidige zorgmodel voorbij is.
We zullen 2019 gedenken als een memorabel jaar waarin de zorg is veranderd en waarin geen plek meer is voor lobbygroepjes en consensusmodellen. Het jaar waarin verpleegkundigen in opstand kwamen, en vochten voor hun beroepseer!
Deze tekst is een ingekorte versie van het origineel dat op Linkedin staat.
Wil je het nieuws over de Wet BIG II bijhouden? Volg dan Nursings dossier Beroepsprofielen >>>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account