Een nieuwe Europese richtlijn verplicht sinds mei het gebruik van veilige prikmaterialen in de zorg. Toch worden ze lang overal nog niet gebruikt. Nursing sprak met Paul van Wijk, epidemioloog en adviseur infectiepreventie voor het VU medisch Centrum (VUmc) in Amsterdam.
Paul van Wijk promoveerde in 2010 op een analyse van de incidentie van prikaccidenten en de risico’s voor verschillende beroepsgroepen in Nederland.
1. Wat is voor verpleegkundigen het belangrijkste in die richtlijn?
‘De richtlijn schrijft voor dat alle Europese landen vanaf mei 2013 verplicht veilige materialen moeten gebruiken. Dat wil zeggen: veilige naalden met een ingebouwd veiligheids- en beschermingsmechanisme. Daaraan verwond je je minder snel, én ze zijn veiliger op te ruimen. Het belangrijkst is denk ik dat je werkgever nu verplicht is om alle veilige alternatieven die op de markt zijn, ook te gaan gebruiken. Van vrijwel alle naalden is een veilige variant leverbaar. Houd in de gaten of je die op jouw afdeling inderdaad krijgt. Werk jij nog niet met die beveiligde naalden, vraag dan wanneer ze op jouw afdeling worden ingevoerd.’ De Inspectie SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voorheen de Arbeidsinspectie) gaat in Nederland vanaf 2014 controleren of dat ook het geval is.´
2. Worden de veilige naalden al veel gebruikt?
‘Sommige ziekenhuizen – zoals het Amsterdamse AMC – zijn voorlopers als het gaat om het ziekenhuisbreed invoeren van veilige naaldsystemen. Daar zijn injectienaalden, bloedafnamenaalden en infuusnaalden bijna volledig vervangen door veilige naaldsystemen. Maar dat geldt zeker niet voor alle ziekenhuizen. Volgens cijfers van eerder dit jaar is in Nederland 70 procent van de infuusnaalden geconverteerd, maar injectienaalden nog maar met 10 procent. Sommige ziekenhuizen zijn nog volop bezig, of nog niet eens begonnen.’
3. Hoe herken ik zo’n veilige naald?
‘Helaas zijn deze naalden visueel niet allemaal als zodanig herkenbaar. Zo komt het bijvoorbeeld nog regelmatig voor dat verpleegkundigen de beveiliging eraf breken, omdat ze die niet zodanig herkennen. Het is daarom belangrijk dat je werkgever naast geschikte naalden óók zorgt voor voorlichting, training en intern toezicht. Als dit niet blijvend naast de naalden beschikbaar is, blijft de kans bestaan dat jij en je collega’s de naalden verkeerd gebruiken.’

Prikaccidenten: ‘Alleen naaldenbeker niet voldoende’
Omdat nog altijd 90 procent van de prikaccidenten voorkomt in de zorg, hebben werkgevers en werknemers in Europees verband de regelgeving aangescherpt. Lees meer.
4. Hoe gebruik ik zo’n veilige naald?
‘Bij veilige naaldsystemen is een onderscheid te maken in passieve en actieve systemen. Bij het actieve systeem is een handeling van de verpleegkundige vereist. Ze moet bijvoorbeeld de plastic beschermhuls zelf over de naald klikken, of op een knopje duwen waardoor de naald vanzelf terugschiet in het systeem. Bij het passieve systeem schuift het scherpe voorwerp onmiddellijk na gebruik terug in een plastic huls. Beide systemen deponeer je na gebruik ‘gewoon’ in de naaldcontainer. Welk systeem wordt gebruikt, hangt af van de doelgroep en de situatie. Heb je rustig de tijd om met je duim het beschermkapje over de naald te klikken, dan kun je het eerste systeem gebruiken. Bij een onrustige patiënt die om zich heen dreigt te gaan slaan, kan zelfs dat al te lang duren. In dat geval kies je voor een naald die automatisch in de spuit terugschiet.’
5. Hoe reageren verpleegkundigen die al wel met veilige naalden werken?
‘Veel verpleegkundigen vinden het wennen. Niet vreemd: als je twintig jaar met dezelfde naald geprikt hebt, is het gebruik van deze veilige naalden een beetje anders. Je moet ‘m anders vasthouden, of anders insteken dan je gewend was. Zo hoor ik regelmatig van verpleegkundigen die denken dat ze door het veiligheidssysteem op een intramusculaire naald minder diep kunnen prikken. Ook hoor ik dat ze vinden dat het veiligheidsklepje in de weg zit bij het prikken, of dat het lang duurt voor je bloed in de kamer ziet. Tegen al die verpleegkundigen wil ik zeggen: het went!’
6. Wat nou als je leidinggevende geen veilige naaldsystemen beschikbaar stelt?
‘Werkgevers horen in te staan voor de veiligheid van hun personeel. Dat staat in Nederland in het Arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 4.97. Dus krijg je bij je leidinggevende geen gehoor, trek dan aan de bel bij de arbodienst van je instelling. Meestal kan dit anoniem. Krijg je ook geen gehoor bij de arbodienst, dan kun je eventueel een melding maken bij de Inspectie SZW. Dit kan via het nummer 0800-5151.’
7. Moeten verpleegkundigen in de thuiszorg ook met die veilige naalden werken?
‘Ja, alle verpleegkundigen moeten de beschikking hebben over veilige naaldsystemen, dus óók in de thuiszorg. Toch loopt de thuiszorg wat dat betreft erg achter op de ziekenhuiszorg. Ziekenhuizen zijn grootgebruiker van materialen, en kunnen grotere hoeveelheden inkopen. Thuiszorgorganisaties zijn kleinverbruikers, en dat vindt de leverancier minder interessant. De thuiszorg moet dus meer moeite doen om die materialen te introduceren.’
Reageer
Gebruik jij al veilige naalden, en hoe bevalt dat? Of heb je er nog nooit van gehoord? Laat het weten in een reactie!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account