Huisartsen gebruiken diagnostisch onderzoek vaak om de patiënt gerust te stellen en zo de angst voor een ziekte weg te nemen. Uit onderzoek van psychiater in opleiding en onderzoeker Hiske van Ravesteijn van het UMC St Radboud blijkt dat mensen die een diagnostisch onderzoek hadden gekregen, niet minder angstig waren dan degenen die zo’n onderzoek niet hadden gehad.
Van Ravesteijn heeft in de literatuur gezocht naar een antwoord op de vraag of het aanvragen van een onderzoek de angst van de patiënt daadwerkelijk wegneemt. Ze analyseerde vijf studies op het effect van diagnostische testen op de angst bij de patiënt. Daaruit bleek dat mensen die een diagnostisch onderzoek hadden gekregen, niet minder angstig waren dan degenen die zo’n onderzoek niet hadden gehad. Van Ravesteijn heeft dus geen bewijs gevonden voor het geruststellende effect van een diagnostische test. Integendeel, uit ander onderzoek blijkt dat sommige diagnostische testen patiënten juist angst kunnen aanjagen.
Eerst aandacht
Van Ravesteijn adviseert huisartsen om eerst de angsten van de patiënt in kaart te brengen. Een afwachtend beleid kan diagnostisch onderzoek in sommige gevallen onnodig maken. Daarnaast is het belangrijk om voorafgaand aan de test voldoende informatie te geven over normale testuitslagen. ‘In Nederland zijn we relatief terughoudend in het uitvoeren van diagnostiek, toch vormt ook hier het diagnostisch onderzoek een grote kostenpost’, zegt Van Ravesteijn. ‘Soms kan een test het enige middel lijken om iemand gerust te stellen. De resultaten van deze studie bieden artsen een extra argument om eerst aandacht te besteden aan de bezorgdheid van de patiënt”.
Auteur: TvZ – Annelies Vermeulen
Bron: UMC St Radboud
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account