• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst
Menu
Zoeken
Inloggen

Nursing.nl | Nieuws, blogs en meer | Nursing voor verpleegkundigenNursing.nl | Nieuws, blogs en meer | Nursing voor verpleegkundigen

Waarmee maken wij jou steeds beter?

  • Praktijk
  • Werk
  • Challenge
  • Congressen
  • Abonneren
  • Nursing
    • Home
    • Praktijk
    • Werk
    • Challenge
    • Congressen
  • Service
    • Veelgestelde vragen
    • Contact
    • Abonneren
    • Adverteren
    • Inloggen
    • Wat is de Nursing Challenge?
    • Mijn profiel
  • Meer Nursing
    • Nieuwsbrieven
    • Shop
    • Nursing.be
  • Vacaturebank
    • Vacatures
    • Vacature plaatsen

Overig Overig

Kennisquiz delier

Gepubliceerd op: 10 februari 2014
Dit bericht is ouder dan 5 jaar

Deze kennisquiz hoort bij het artikel klinische les over delier in het februari 2014 nummer, Tijdschrift voor Verzorgenden.

Test jezelf

 

1. Bij een klassiek geval van delier is de cliënt:

A. Continu onrustig
B. ‘s Ochtends onrustiger dan ‘s avonds
C. ‘s Avonds onrustiger dan ‘s ochtends

 

2. Als je cliënt een delier heeft…

A. is het goed als hij/zij zoveel mogelijk bezoek ontvangt
B. Kun je het beste maximaal twee bezoekers per keer laten komen
C. Kun je de prikkels het best verminderen door geen bezoek toe te laten

 

3. Het bezoek van de delirante cliënt kan het best…

A. bij de deur gaan zitten.
B. om de cliënt heen gaan zitten.
C. aan één kan het van het bed van de cliënt gaan zitten

 

4. Wat is het grootste verschil tussen een delier en dementie?

A. Een delier ontstaat plotseling, terwijl dementie zich langzaam ontwikkelt
B. Er zijn geen verschillen
C. Bij een delier gaat de cliënt klappertanden, bij dementie niet

 

5. Wat is niet waar?

A. Hoe ouder de cliënt, des te groter de kans op een delier
B. Een delier kan vanzelf overgaan
C. Als iemand een delier heeft gehad, is de kans groter op nóg een delier

 

6. Wat is het grootste verschil tussen een stil delier en een depressie?

A. Bij een depressie staart de cliënt voor zich uit, bij een delier naar de grond
B. Bij een depressie heeft de cliënt geen zin meer om te leven, bij een delier wel
C. Bij een depresssie zit de cliënt het liefst binnen, bij een delier wil hij/zij naar buiten

 

7. Hoe kun je het beste reageren als een delirante cliënt hallucineert?

A. Begrip tonen, maar wel zeggen dat jij die dingen niet ziet
B. De cliënt duidelijk maken dat de hallucinaties niet echt zijn, zodat hij meer in het heden leeft
C. Het laten begaan

 

8. Kan de cliënt doodgaan door een delier?

A. Alleen in de meest ernstige gevallen
B. Nee, maar wel aan de onderliggende lichamelijke oorzaak van het delier
C. Dat komt inderdaad regelmatig voor

 

Antwoorden: 1C, 2B, 3C, 4A, 5B, 6B, 7A, 8B

 

Elk goed antwoord levert 1 punt op. Tel al je punten bij elkaar op en bekijk de uitslag.

 

0-3 goed
Je weet nog niet voldoende.

3-6 goed
De belangrijkste dingen weet je.

6-8 goed
Je hebt het helemaal begrepen!

Gepubliceerd op: 10 februari 2014
Door: Redactie TvV

Thema:

Overig

Tags:

TVV

Lees Interacties

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account


Overig

Overig

Het Nursing-magazine van november is uit: lees de artikelen online

Overig

Het Nursing-magazine van november is uit: lees de artikelen online

Overig

Het Nursing-magazine van oktober is uit: lees de artikelen online

Overig

Het Nursing-magazine van september is uit: lees de artikelen online

Overig

Het Nursing-magazine van juli/augustus is uit: lees de artikelen online

Bekijk meer

Newsletter

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws en vakinhoudelijke artikelen?

Schrijf je dan in voor een van onze nieuwsbrieven.

Aanmelden

Footer

Meer nursing

Abonneren

Gratis proefabonnement

Shop

Contact

Volg ons op

Adverteren

Personeeladvertentie

Adverteren & partnerships

Nursing Vlaanderen

Ga naar Nursing.be

© Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Nature

  • Privacy Statement
  • Disclaimer
  • Voorwaarden
  • Cookie voorkeuren