Test je kennis over de neusmaagsonde met deze acht vragen.
1. In welk jaar verscheen de Landelijke multidisciplinaire richtlijn Neusmaagsonde?
A 2011
B 2012
C 2013
2. Bij welk percentage pasgeborenen met een neusmaagsonde zat in het genoemde onderzoek naar schatting de tip van de sonde niet goed?
A 25 procent
B 50 procent
C 75 procent
3. Met auscultatie kan:
A Goed worden beoordeeld dat de sonde in de maag ligt
B Goed worden beoordeeld dat de sonde níet in de maag ligt
4. De betrouwbaarste methode om te controleren of een neusmaagsonde op de juiste positie zit is:
A Auscultatie bij luchtinsufflatie
B pH-meting van aspiraat
C Röntgenfoto
5. De aanbevolen methode om te controleren of een neusmaagsonde op de juiste positie zit is:
A Auscultatie bij luchtinsufflatie
B pH-meting van aspiraat
C Röntgenfoto
6. Bij een pH lager dan of gelijk aan … ligt de sonde met zeer grote waarschijnlijkheid in de maag.
A 4,5
B 5,5
C 6,5
7. Zuurremmers hebben effect op de accuraatheid van het afkappunt.
A Dat is waar
B Dat is niet waar
8. Overleg met de aanvrager:
A Bij twijfel
B Als opzuigen van aspiraat niet lukt
C In beide situaties
Antwoorden: 1A, 2B, 3A, 4C, 5B, 6B, 7B, 8C.
Elk goed antwoord levert 1 punt op. Tel al je punten bij elkaar op en bekijk de uitslag.
0-3 goed
Je weet nog niet voldoende.
3-6 goed
De belangrijkste dingen weet je.
6-8 goed
Je hebt het helemaal begrepen!
Deze quiz hoort bij de klinische les van Tijdschrift voor Verzorgenden van mei 2014
Test je hier je kennis bij de andere kennisquizzen!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account