Kennisquiz: zo herken je hartfalen

1. Wat gebeurt er bij hartfalen?
A De pompfunctie van het hart wordt onregelmatig
B De pompfunctie van het hart neemt toe
C De pompfunctie van het hart vermindert

2. Hoeveel mensen in Nederland hebben op dit moment last van hartfalen?
A 142.000
B 195.000
C 163.000

3. Hartfalen ontwikkelt zich altijd geleidelijk.
A Dat is waar
B Dat is niet waar

4. De belangrijkste indicaties van hartfalen bij ouderen zijn:
A kortademigheid, vermoeidheid, vocht vasthouden
B kortademigheid, vermoeidheid, desoriëntatie
C kortademigheid, verzwakte spieren, vicht vasthouden

5. Het aantal mensen met hartfalen zal naar verwachting in de toekomst afnemen.
A Dat is waar
B Dat is niet waar

6. Hartfalen is te genezen
A Dat is waar
B Dat is niet waar

7. Welke bewering is niet waar?
A Cliënten met hartfalen hoeven niet altijd naar een cardioloog voor behandeling
B Bloedonderzoek en een ademmeting kunnen hartfalen aantonen
C Alleen een cardioloog kan hartfalen met zekerheid diagnosticeren

8. Cliënten met een verminderde eetlust kun je motiveren door:
A ‘lekker’ eten en tussendoortjes aan te bieden
B ze te laten helpen met het bereiden van de maaltijden
C vloeibaar eten met veel voedingsstoffen aan te bieden

Test ook je kennis over orthostatische hypotensie >> 

Antwoorden: 1C 2A 3B 4A 5B 6B 7C 8A 

Uitslag:

0-3 goed 
Je weet nog niet voldoende. 

3-6 goed
De belangrijkste dingen weet je.

6-8 goed
Je hebt het helemaal begrepen!