Test je kennis over zuurstof toedienen met deze acht vragen.
1 Wat is waar?
A De kleding van de cliënt kan geen gevaar opleveren bij de zuurstoftoediening.
B Als een cliënt last van drukplekken heeft, kun je Vaseline gebruiken.
C Wanneer de cliënt last van een verstopte neus heeft, kun je de arts om neusspray vragen.
2 Hoe vaak moet je de neusbril vervangen?
A Een keer per week.
B Een keer per twee weken
C Een keer per maand
3 Neurologische afwijkingen kunnen ademhalingsproblemen tot gevolg hebben.
A Dat is waar.
B Dat is niet waar.
4 Wanneer mag je als verzorgende iets aanpassen aan de zuurstofapparatuur?
A Je mag als verzorgende niets aanpassen.
B Als de cliënt behoefte zegt te hebben aan meer zuurstof.
C Als de vooraf bepaalde instellingen niet meer goed staan ingesteld.
5 Wat kan helpen tegen drukplekken achter het oor veroorzaakt door de neusbril?
A Sudo crème.
B Een oormanchet.
C Niets, de cliënt moet hier even doorheen.
6 Mensen die zuurstof toegediend krijgen hoeven niet altijd te stoppen met roken.
A Dat is waar.
B Dat is niet waar.
7 Wat is GEEN teken van te weinig zuurstof (hypoxemie)?
A Hoofdpijn en duizeligheid.
B Ondertemperatuur.
C Minder goed slapen.
8 Het is belangrijk dat zuurstofapparatuur niet in contact komt met:
A Vet.
B Water.
C Huisstof.
Elk goed antwoord levert één punt op. Tel al je punten bij elkaar op en bekijk de uitslag!
1C 2A 3A 4C 5B 6B 7B 8A
Uitslag
0-3 goed
Je weet nog niet voldoende.
3-6 goed
De belangrijkste dingen weet je.
6-8 goed
Je hebt het helemaal begrepen!
Test ook je kennis over tracheostoma verzorgen >>
Deze kennisquiz hoort bij een klinische les in de nieuwste editie van Tijdschrift voor Verzorgenden >>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account