Stoorzenders bij risicosignalering in de zorg

• Onzekerheid/onervarenheid: de cliënt voelt zich niet op zijn gemak bij jou en zal niet het achterste van zijn tong laten zien.
• Verbaal en non-verbaal sluiten niet goed bij elkaar aan: je woorden zeggen iets anders dan je houding. Dit geeft verwarring bij de cliënt.
• Vooringenomenheid: je ziet alleen wat je wilt zien.
• Je eigen normen en waarden wegen zwaar: dit levert een gekleurde waarneming op.
• Desinteresse of weerstand: dit zorgt voor terughoudendheid of irritatie bij de cliënt.
• Sympathie en antipathie: naar een cliënt die je niet mag kijk je anders, dan naar een cliënt die je heel aardig vindt. In beide gevallen kan het je observatie beïnvloeden en bestaat de kans dat je van iemand alleen de positieve kanten ziet.
• Je emotionele en lichamelijke gesteldheid: vermoeidheid, een slecht humeur, persoonlijke zorgen en niet goed slapen zorgt voor minder scherpte en verstoren een heldere kijk op de zaak.
• Niet goed aansluiten bij de cliënt: Wanneer jouw taalgebruik en toon niet aansluiten bij die van de cliënt, zal hij je niet goed begrijpen. Dus zorg ervoor dat je een taal spreekt die de cliënt verstaat. Gebruik duidelijke voorbeelden en vermijd jargon. 

Deze tips komen uit het nieuwe boek ‘Risicosignalering in de zorg’. Tijdschrift voor Verzorgenden mag drie exemplaren van dit handige boek verloten. Winnen? Stuur dan een mail naar redactie.tvv@bsl.nl ovv Risicosignalering. Deze actie duurt tot 20 juni. Klik hier om het boek te bestellen >>