Therapietrouw verbeteren bij laaggeletterden

Laaggeletterdheid heeft negatieve gevolgen voor de gezondheidsvaardigheden en daarmee voor de gezondheid. Dit belichtte de Gezondheidsraad al in 2011 in haar rapport ‘Laaggeletterdheid te lijf’. Volgens dit rapport zijn anderhalf miljoen Nederlanders laaggeletterd. Deze mensen hebben moeite met het begrijpen en gebruiken van informatie uit teksten. Bij dit onderzoek zijn de mensen die het Nederlands beperkt beheersen buiten beschouwing gelaten: zij zijn per definitie al laaggeletterd in het Nederlands. De problemen die de gezondheidsraad noemt zijn onder andere gebrek aan kennis over de eigen aandoeningen en inadequaat zelfmanagement, waar ook problemen met therapietrouw onder vallen.

Laaggeletterdheid in de apotheek

De KNMP, de beroeps- en brancheorganisatie voor apothekers, en Pharos Expertisecentrum Gezondheidsverschillen, willen specifiek iets doen aan de problemen met het geneesmiddelengebruik bij patiënten die moeite hebben met lezen, of die de Nederlandse taal beperkt beheersen. ‘Ze begrijpen de mondelinge en schriftelijke informatie die zij in de apotheek krijgen vaak niet, ze weten vaak niet waarom zij een geneesmiddel moeten innemen, wat het effect is of wat eventuele bijwerkingen zijn. Ook hebben deze patiënten grote moeite met het correct innemen van geneesmiddelen, met veranderingen van vorm of kleur van geneesmiddelen, met het juiste tijdstip van inname en met (veranderingen in) de dosering’, aldus de KNMP en Pharos. beide organisaties gaan in de komende jaren (2014-2018) de farmaceutische richtlijnen aanpassen en praktische instrumenten ontwikkelen. Het is de bedoeling dat apothekers en het apotheekpersoneel hiermee effectiever met laaggeletterde patiënten kunnen communiceren.

Verpleegkundigen

Volgens de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) zijn alle zorgverleners in Nederland verplicht hun patiënten op een voor hen begrijpelijke manier in te lichten over hun gezondheidstoestand, het onderzoek, de in te stellen behandeling en eventuele alternatieven. Dit maakt het ook voor verpleegkundigen van groot belang dat zij weten in hoeverre hun patiënten informatie over hun ziekte en medicatie begrijpen en in hoeverre zij hier toegang toe hebben.