Enkele adviezen van Yolanda Witman, aangevuld met tips van collega’s*
– Verpleegkundigen hebben oog voor het sociale, artsen zijn meer gericht op het lichaam. Begin je vraag als arts: ‘Mw. Bakker is opgenomen met een pneumonie en dit speelt er nog meer’. Zo ziet de arts de patiënt voor zich, vóór je bijvoorbeeld begint over de situatie thuis.
– Een arts komt visitelopen om snel informatie te krijgen en beslissingen te nemen. Speel hierop in door vlot en overzichtelijk informatie aan te bieden, bijvoorbeeld volgens het ABCDE-principe (Airway; Breathing; Circulation; Disability; Environment/Exposure).
– Artsen waarderen follow-up. Vraagt de arts je dus om tweemaal daags te temperaturen, meld dan spontaan de volgende dag de temperatuur. En rapporteer al wat hij besluit, zodat je collega zich morgen ook een goed voorbereide verpleegkundige kan tonen.
– Niet alle belangrijke feiten zijn van belang voor de arts. Vertel bijvoorbeeld niet welke problemen in de thuissituatie spelen, maar geef aan of en wanneer voldoende zorg is ingezet om ontslag te kunnen realiseren.
– Geef feedback in de vorm van een vraag. Ben je het niet eens met een arts, zeg dan niet: ‘Dat vind ik raar’, maar ‘Waarom doe je dat zo?’
– Artsen hebben oogkleppen op tijdens een drukke visite, waardoor ze minder merken van patiëntenreacties of verpleegkundige frustraties. Op deze manier schermt een arts zich af van afleidingen en werkt hij efficiënter. Wijs hem hierop of leer er zelf van.
– Bescherm jezelf. Wijs de arts zo nodig op zijn verantwoordelijkheid om de patiënt te helpen. Rapporteer altijd wat je hem hebt gevraagd en hoe hij reageerde. Zo is duidelijk waar het probleem ligt, als er door de keuze van de arts iets misloopt.
Het artikel ‘Rondje van de zaak’ Zo haal je het beste uit de artsenvisite werd gepubliceerd in Nursing oktober 2009 en is geschreven door Sandra Kleefstra
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account