Verpleegkundige staf: 'We willen méér dan alleen de directie adviseren'

Het SJG in Weert heeft de inbreng van de verpleegkundige beroepsgroep verankerd in de oprichting van het Verpleegkundig Stafbestuur (VSB). Het is daarin naar eigen zeggen een van de eerste ziekenhuizen van Nederland. Lees meer>>>

Kun je iets vertellen over de totstandkoming van het VSB?

‘Ik was altijd al voorzitter van de VAR, een verpleegkundige adviesraad zoals we die allemaal kennen, met een adviserende rol op verpleegkundig inhoudelijke onderwerpen. Daarbij organiseerden we af en toe wat evenementen, zoals op de Dag van de Verpleging. Maar dat was het ook wel zo’n beetje. Op den duur werd die puur adviserende rol van de VAR wat frustrerend. Je mag advies uitbrengen, maar de directie is niet verplicht daar iets mee te doen. Wat voor nut had het dan? We wilden graag meer diepgang, meer invloed. We hadden het geluk dat onze RvB daar ook open voor stond. Via V&VN hebben we toen contact gelegd met een zorgadviseur die ons nu helpt bij de omvorming van de VAR naar een VSB. Ik ben erg blij dat we deze kans hebben gekregen, we hebben ‘m met beide handen aangegrepen.’

Wat is precies het verschil tussen de VAR en een VSB?

‘Het VSB heeft meer een bestuurlijke verantwoordelijkheid, net als medisch specialisten, die goed is ingebed in de organisatie. Dat betekent dat je daadwerkelijk inspraak hebt, en een volwaardige gesprekspartner bent aan de directietafel. Wij mogen meepraten en -beslissen over onderwerpen die de verpleging raken. Op deze manier hebben we als verpleegkundigen echt een stem in het ziekenhuis, en komt de verpleegkundige professie beter tot haar recht.’

Jullie VSB heeft voorlopig nog een adviserende rol, maar deze aanloopperiode is bedoeld om het VSB te laten groeien in de nieuwe rol. Binnen twee jaar moet het VSB dezelfde rol en bevoegdheden als het medisch stafbestuur hebben. Gaat dat lukken denk je?

‘Dat gaat zeker lukken! Op dit moment zijn we bezig een vereniging verpleegkundige staf op te zetten, waar in de toekomst het bestuur wordt gekozen. Bij het opzetten hiervan worden we ook weer begeleid door die adviseur die ik al eerder noemde. ‘

Wat zijn jullie plannen voor de komende tijd, wat moet echt veranderen volgens jou?

‘Voor ons is het echt heel belangrijk dat de verpleegkundigen vanuit de werkvloer hun rol oppakken en proactief participeren in het beleid. De zorg verandert, de hulpvraag van patiënten verandert, en daardoor verandert ook ons werk. Het is belangrijk dat wij mee gaan met die ontwikkelingen, en niet blijven hangen in een instelling van “Ik heb zo altijd gewerkt, dus dat moet zo blijven.”‘

Hoe gaan jullie dat voor elkaar krijgen?

‘Allereerst hebben we een verpleegkundige zorgvisie geschreven, waarin wordt beschreven waar wij als verpleegkundigen in het SJG precies voor staan en waar onze verpleegkundigen aan moeten voldoen. Deze visie gaan wij nu samen met mensen van de werkvloer vaststellen en bekijken. Door de achterban er meteen vanaf het begin bij betrekken, hopen we dat ze beseffen dat ze door meer zichtbaar en proactief te zijn, daadwerkelijk zaken kunnen veranderen.’

Welke verpleegkundigen komen in aanmerking voor het VSB, waar  moeten zij aan voldoen en worden zij gekozen, en door wie?

‘Het is de bedoeling dat het verpleegkundig stafbestuur in de toekomst wordt gekozen uit de vereniging verpleegkundige staf, waar alle verpleegkundigen in het ziekenhuis automatisch lid van zijn. Wil je in het bestuur, dan kun je jezelf verkiesbaar stellen, net als in de politiek gebeurt. Persoonlijk vind ik dat je als verpleegkundige in het SVB een bepaalde kwaliteit moet hebben, je bent op de hoogte van maatschappelijke ontwikkelingen rond de zorg, je bent nieuwsgierig en je kunt over belangrijke onderwerpen meepraten. Je weet wat er landelijk speelt op het gebied van zorg, je kunt een bepaald standpunt innemen én dit onderbouwen.’

En je moet natuurlijk niet bang zijn om wat extra uren te draaien…

‘Nee, je moet niet terugdeinzen voor extra werk. Je moet je inlezen in bepaalde stukken, vakbladen lezen, vergaderingen voorbereiden en bijwonen, naar congressen en symposia… reken wel op gemiddeld 8 á 10 uur per week extra. Maar het is het waard! Verpleegkundigen die het liefst hun uren draaien en daarna zo snel mogelijk naar huis willen, moeten zich misschien afvragen of het op dit moment wel iets voor ze is.’

Zie je beren op de weg, valkuilen?

‘Mijn hart voor de werkvloer zit wel eens in de weg. Het komt bijvoorbeeld voor dat een collega in een conflict verwikkeld is en onze hulp daarbij wil. Of naar ons toe komt met cao-gerelateerde vragen over salaris, overuren of onregelmatig werken. Dat vind ik lastig, want je wilt collega’s natuurlijk graag helpen. Maar dat soort dingen lossen wij niet op; wij zijn geen OR, en houden ons niet bezig met individuele gevallen. We richten ons puur op beroepsinhoud en beleid.’